Welke toekomst voor het Belgische gevangeniswezen?


Maar liefst 33% van de Belgische gevangenissen wordt vandaag bemand door de opgeroepen politiediensten. Tijdens de acties kwam onder meer de vraag om een speciale interventie-eenheid die tussenkomt bij geweldpleging. Minister van Binnenlandse Zaken Turtelboom roept naar aanleiding van aan het licht gekomen bewakingsincidenten op om in gevallen van staking een minimale dienstverlening door cipiers te garanderen.

 

De recente incidenten in de Belgische gevangenissen, de daarop volgende stakingen en de rellen in Anderlecht vragen om een nieuwe aanpak. Er is overbevolking in onze gevangenissen, stijgende diversiteit, de bendevorming neemt almaar toe, middelengebruik opsporen blijft een uitdaging en op de koop toe blijft onze gevangenisinfrastructuur fel verouderd.

 

Wie doet beter: een Engels voorbeeld

 

Wanneer we op zoek gaan naar een oplossing op lange termijn, laat ons dan nauwgezet bestuderen wat mogelijk is. We pleitten reeds eerder voor een grondige studie van de aanpak, zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk. Wanneer we sommige procedures en technieken gaan vergelijken – denk bijvoorbeeld aan uitbesteed toezicht bij elektronische enkelband, gevangenentransport of opsporing van drugs en explosieven door private ondernemingen – staat het Belgische gevangeniswezen immers nog in zijn kinderschoenen. Het loont niet om halsstarrig vol te houden dat het huidig systeem werkt. Ook op het vlak van begeleiding binnen de gevangenismuren is dat niet het geval. We denken dan bijvoorbeeld aan de tewerkstelling van gedetineerden die kan worden uitgebreid of de opvolging van drugsverslaafden dien kan worden verbeterd.

 

Het is de minimale taak van de overheid om de samenleving te beschermen tegen negatieve uitwassen als geweldpleging en criminaliteit. Zij moet krachtdadig optreden en voorkomen dat een gevoel van straffeloosheid zich van de burgers, magistraten en zelfs van de daders meester maakt. Justitie moet een professionele en realistische oplossing zoeken voor de problemen die zich vandaag stellen.

 

De enkelband als autonome straf?

 

Een breed debat over de toekomst van het Belgische gevangeniswezen ontbreekt. Anticipeert de Minister van Justitie voldoende op de evolutie in de aantallen en diversiteit van de gedetineerden? Sommige landen hebben het elektronisch toezicht en de enkelband gebruikt om de (tijdelijke?) overbevolking in de gevangenissen te bestrijden. Deze piste is het onderzoeken waard. De enkelband is momenteel geen autonome straf, maar een modaliteit van de vrijheidsstraf. We kunnen de buitenlandse ervaringen gebruiken als leerschool. Het aanpakken van de overbevolking door uitbreiding van de infrastructuur is een goede stap, maar is op zich niet zaligmakend. Ook daar missen we een échte visie op het totaalbeeld van het gevangeniswezen.

 

Ook vanuit de magistratuur gaan stemmen op om de enkelbandstraf beter te gebruiken. Deze week nog argumenteerde de Procureur des Konings van Gent dat "men vaak lacherig doet over dat elektronisch toezicht, maar men laat hier een immense kans liggen. Als iemand acht maand zijn huis niet mag verlaten, behalve om te gaan werken, gaat daar voldoende afschrikking van uit, weten wij uit ervaring". De Procureur des Konings wijst verder ook op de duidelijke voordelen van het elektronisch toezicht. De overheid moet immers cel noch voeding voorzien. 

 

Daarom graag eerst een uitbreiding van het systeem van elektronisch toezicht. Een privatisering van bepaalde elementen kan het aantal enkelbanden fors doen toenemen. Daarna dringt er zich ook een modernisering op. Met betrekking tot dat laatste steunen we het idee van de minister om gps-enkelbanden te gebruiken in de toekomst, ook dat zou de fysieke controle van gedetineerden onder elektronisch toezicht immers ten goede komen.  

 

Wegwerken van de gerechtelijke achterstand?

 

In het recent goedgekeurde wetsontwerp voor de hervorming van assisen komt het tot een nieuwe bevoegdheidsverdeling tussen assisen en de correctionele rechtbank. Daardoor zullen meer strafbare feiten door de correctionele rechtbank en dus sneller kunnen worden behandeld, wat op zich een positieve evolutie is. Bovendien beschikt de correctionele rechtbank voortaan over een breder straffenarsenaal, namelijk straffen tot 20 jaar, i.p.v. zoals nu het geval is straffen tot 10 jaar. Dit geeft de rechter meer mogelijkheden om een gepaste en waar nodig zwaardere straf op te leggen. Uiteraard is dit alles maar zinvol als de straffen ook effectief kunnen worden uitgevoerd