Kamer keurt BIM-wet goed


Meneer de voorzitter,
Meneer de minister,
Collega Volksvertegenwoordigers, 

Talrijke rapporten van het Comité I herhaalden steeds weer de noodzaak voor de inlichtingendiensten om te kunnen beschikken over bijzondere methoden voor het verzamelen van gegevens (traceren en afluisteren van gesprekken, doorzoeken van plaatsen, hacking, enz.). De Belgische inlichtingendiensten kunnen geen beroep doen op deze methoden, dit in tegenstelling tot haar buitenlandse partners. België huisvest bovendien heel wat internationale instellingen (de Europese commissie, de NAVO, e.d.) op haar grondgebied. Voor inlichtingenwerk is dit een gevoelige plaats. Waarom de BIM-wet er zo lang heeft over gedaan, heeft misschien te maken met de moeilijke relatie tussen de inlichtingendiensten en de buitenwereld, inclusief de politieke wereld. Inlichtingendiensten werken steeds in de schaduw, net in de schaduw ontstaan, vaak onterechte, spookbeelden. Een gebrek aan wederzijds vertrouwen maakte het toekennen van bijzondere opsporingsmethoden niet vanzelfsprekend. Gelukkig is dit ondertussen verleden tijd. Evoluties in het buitenland (nagenoeg alle buitenlandse inlichtingendiensten passen bijzondere opsporingsmethoden toe), de ontwikkeling van nieuwe, potentieel zeer grootschalige dreigingen (9/11, Madrid, Londen en zeer recent de mislukte bomaanslag op een Amerikaans burgervliegtuig), de steeds veranderende manieren waarop staatsgevaarlijke groeperingen met elkaar in contact komen en staan, maken dat de veiligheids– en inlichtingendiensten dienen te beschikken over bijkomende instrumenten en bevoegdheden. Dit besef was reeds gegroeid onder de vorige regering. Een wetsontwerp werd daarom voorbereid en ingediend op het einde van de vorige legislatuur. Gezien het te korte tijdsbestek was er helaas geen plaats meer voor een diepgaande behandeling. De noodzaak van een wetgevend initiatief bleef echter. Open Vld was dan ook bereid om een wetsvoorstel, ingediend in de Senaat, te ondertekenen en te steunen. Gezien de gevoeligheid van het thema was het voor Open Vld wel belangrijk dat er voldoende tijd werd uitgetrokken voor een open, constructieve bespreking in de commissie.  Voor Open Vld is het belangrijk dat het toekennen van extra bevoegdheden voor de inlichtingendiensten gepaard gaat met een efficiënte controle. Men kan oordelen dat het Comité I an sich over voldoende know how beschikt om deze controle uit te oefenen en dat een bijzondere commissie mogelijks overbodig is. Open Vld is evenwel van oordeel dat we het Comité I en de Commissie niet los van elkaar mogen zien. In feite komt het er op neer dat het aanwenden van bijzondere opsporingsmethoden, waarvan sommigen zeer intrusief zijn, een bijkomende, specifieke controle vereist. Het blijft belangrijk te benadrukken dat de inlichtingendiensten deze methoden niet zo maar kunnen aanwenden. Hierover bestaan soms misverstanden. De diensten moeten steeds rekening houden met de principes van subsidiariteit en proportionaliteit. De specifieke of de uitzonderlijke methoden worden enkel aangewend, indien de andere methoden voor het verzamelen van gegevens ontoereikend blijken. De BIM-wet gaat op sommige punten verder dan de BOM-wet. Deze onderscheiden wetten hebben echter verschillende doelstellingen. De bijzondere opsporingsmethoden die ten dienste staan van de politie hebben tot doel bewijzen te verzamelen teneinde tot een veroordeling en bestraffing te komen. De bijzondere inlichtingenmethoden daarentegen dienen louter om potentiële bedreigingen van de van de veiligheid van de staat in kaart te brengen. Het wetsontwerp schetst ook de relatie van een inlichtingenonderzoek tot een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek. De inlichtingen – en veiligheidsdiensten mogen geen onderzoeken voeren die het goede verloop van een opsporings- of gerechtelijk onderzoek kunnen schaden. Indien bij hun onderzoek inlichtingen naar boven komen over een te plegen of een reeds gepleegd maar nog niet aan het licht gebracht misdrijf dan brengen zij onverwijld de federale procureur hier schriftelijk van op de hoogte. De wet bepaalt ook dat gegevens die aan het licht komen door middel van een inlichtingenonderzoek nooit de enige grond mogen zijn om een verdachte te veroordelen. 

Er is lang nagedacht en gedebatteerd of en in welke mate de inlichtingendiensten inzage kunnen krijgen in gegevens beschermd door het journalistieke bronnengeheim. De voorgestelde oplossing voorziet enkel in zeer uitzonderlijke gevallen de inzage in journalistieke bronnen. Nieuw element is dat dit voortaan enkel kan na de voorzitter van de Vereniging voor Beroepsjournalisten op de hoogte te hebben gebracht. Een billijke oplossing.

 In het verleden is tevens gebleken dat buitenlandse spionnen zich voordoen als journalist om op die manier buiten het zicht van de inlichtingendiensten te vallen. Open Vld steunt daarom de nieuwe definitie van beroepsjournalist die is opgenomen in het wetsvoorstel. Onze fractie steunt voorliggend wetvoorstel. Het geamendeerde voorstel beantwoordt aan de bezorgdheid voor meer veiligheid, maar voorziet tegelijkertijd buffers tegen een onoordeelkundig gebruik van de specifieke of uitzonderlijke methoden door de inlichtingen – en veiligheidsdiensten. Deze diensten hebben er trouwens alle belang bij dat ze de wettelijke voorwaarden nauwgezet naleven. Elke bevoegdheidsoverschrijding zal immers de discussie heropenen of en in welke mate specifieke of uitzonderlijke methoden van inlichtingenverzameling zijn toegelaten. Meer bevoegdheden krijgen betekent ook meer verantwoordelijkheden nemen.