1 kind op 2 geconfronteerd met gewijzigde verblijfsregeling


De justitiehuizen voerden vorig jaar maandelijks gemiddeld 146 maatschappelijke onderzoeken uit over het verblijf van de kinderen na een breuk tussen de ouders (echtscheiding of einde samenwoonst). Dat betekent een lichte daling in vergelijking met het jaar daarvoor (156 in 2008).

"In 2009 ontvingen de Vlaamse justitiehuizen 943 burgerrechtelijke opdrachten, de Waalse 684 en de Brusselse 124 (in totaal 1.751). Voor 2008 lagen die aantallen respectievelijk op 1.081, 656 en 136 (in totaal 1.873). Aan de hand van dergelijke onderzoeken over de sociale situaties van gezinnen wordt de rechter geïnformeerd en geadviseerd, en kan hij of zij een gepaste beslissing nemen", zegt Sabien.

Hieronder de opsplitsing tussen enerzijds bepalingen en anderzijds herzieningen van de verblijfsregeling. "Opvallend is het grote aantal herzieningen van de verblijfsregeling: in 2008 ging het om 43% van de opdrachten, in 2009 om 48%. Dit betekent dat vele kinderen geconfronteerd worden met een wijziging van hun verblijfsregeling in de periode tussen het uit elkaar gaan van de ouders en hun zelfstandig wonen", zegt Sabien.

         Burgerrechtelijke opdrachten verblijfsregeling

 

BEPALING

HERZIENING

Justitiehuis

2008

2009

2008

2009

Vlaanderen

803

702

278

241

Wallonië

226

171

430

513

Brussel

33

35

103

89

Totaal

1.062

908

811

843

 

"Belangrijk is ook dat de justitieassistenten het gelijkverdeeld verblijf niet als de norm/het model nemen, maar geval per geval de verschillende verblijfssystemen overwegen. Dat bevestigde de staatssecretaris ook in zijn antwoord", zegt Sabien.

Sabien klaagt aan dat burgerrechtelijke opdrachten in bepaalde regio's ten onrechte door politieagenten uitgevoerd worden. "In een omzendbrief van 1 december 2006 wordt uitdrukkelijk gesteld dat dit geen kerntaak is van de politie. Toch wordt in Antwerpen het uitvoeren van maatschappelijke onderzoeken waarin minderjarigen betrokken zijn, als één van de kerntaken beschouwd voor de afdeling jeugdbrigade. In andere regio's daarentegen weigert de politie om dergelijke onderzoeken uit te voeren. Indien men het toch doet, is dit slechts heel summier en is men er op de rechtbank amper iets mee. Er is dus een heel verschillende behandeling. Soms besluit men om de opdracht niet aan het justitiehuis te geven, de eigenlijke uitvoerder, omdat men meent via de politie het verslag veel sneller binnen te krijgen", aldus Sabien.

"In het antwoord op haar parlementaire vraag, bevestigde minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom dat het uit te voeren onderzoek rond ouderlijk gezag en verblijf eerder een sociale dan een politionele taak is. De omzendbrief van 1 december 2006 wordt dit jaar geëvalueerd. De minister zal erop toezien dat dit aspect wordt meegenomen in de evaluatie", besluit Sabien.