Omvorming militairen tot onder andere cipiers verloopt niet zo vlot al verwacht.

Reeds 268 militairen hebben de overstap naar het departement Justitie gemaakt of zitten in de wervingsreserve om aan de slag te gaan in de gevangenissen, bij het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht, de justitiehuizen of op de centrale diensten.

Dat werd op 6 november 2008 aangekondigd bij de ondertekening van het protocolakkoord, waarin de samenwerking tussen Defensie en Justitie formeel werd vastgelegd.

Nochtans werd in het budget van Defensie van 2008 voorzien dat 500 militairen de overstap zouden maken naar de FOD Justitie, onder meer door omscholing tot cipier.

Bovendien zijn er van hogergenoemde 268 militairen slechts 12 aan de slag gegaan als cipier (naast 3 die nog in de wervingsreserve zitten). Nochtans is voor die functies de nood het hoogst.

De Crem houdt bij de afslanking van zijn leger rekening met de vrijwillige overstap van soldaten naar andere overheidsdiensten.

De directeur van de stafdienst P&O bij Justitie Jan Bogaert haalde eind 2008 volgende argumenten aan voor militairen om de overstap te maken: "Hun loopbaan gaat verder na hun 55ste en ze kunnen in een team werken, in plaats van in een hiërarchische structuur. Werken bij een andere FOD kan ook wat meer soepelheid brengen in het evenwicht tussen het werk en het privéleven. Militairen zitten op hun 40 tot 45 jaar al in hun laatste baremaschaal en gaan op 56 jaar met pensioen. Daardoor kunnen ze na verloop van tijd, tussen hun 56 en 60 jaar, tot 43 procent of 60 procent meer verdienen, respectievelijk als administratief assistent of als penitentiair beambte."

De vraag is wie een en ander zal financieren. Op mijn vraag over deze kwestie antwoordde toenmalig minister van Justitie Jo Vandeurzen in juli 2008 "dat er met die overhevelingen geen budgetverschuivingen gepaard gaan tussen Landsverdediging en Justitie en dat de FOD Justitie ook geen extra financiële incentives zal geven omdat ze al voldoende aantrekkelijke wedden en loopbaanperspectieven biedt".

Sabien stelde zich toen al en blijft zich vandaag vragen stellen bij deze gang van zaken: "De logica wil dat bij overheveling van personeel van het ene naar het andere departement, het budget zou mee verschuiven. Gezien het krappe budget waarmee Justitie nu al te maken heeft, zal de uitvoering van deze plannen geen evidente operatie worden." Maar door het geringe succes van de operatie blijkt dat geen zo'n groot probleem te zijn...

Tijdens de bespreking van de beleidsnota Justitie begin december 2009 vroeg Sabien de huidige minister van Justitie om een stand van zaken. "In 2009 hebben 15 militairen de overstap gemaakt...", antwoordde De Clerck.

Begin februari 2010 voelde Sabien dan weer minister van Defensie Pieter De Crem aan de tand over de kwestie in de bevoegde Kamercommissie. "Tussen 1 januari 2004 en 1 januari 2010 hebben 225 militairen de overstap naar de FOD Justitie gemaakt", aldus De Crem.

"In het kader van de externe mobiliteit is het project Veiligheidskorps een zeker succes te noemen, dankzij de geografische spreiding van de ambten en de attractiviteit van de functie. De functie van penitentiair beambte is duidelijk minder aantrekkelijk. Recente wijzigingen in het statuut bij de FOD Justitie maakt deze functie bovendien niet langer toegankelijk voor het personeel van niveau D, de beroepsvrijwilligers. De interesse bij de militairen van niveau C, de onderofficieren, blijkt zeer beperkt omdat deze functie weinig jobvoldoening biedt op het vlak van het verantwoordelijkheidsniveau. De opengestelde plaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn eveneens minder gegeerd. Het verminderen van de woonwerkafstand is een van de belangrijkste drijfveren voor een deelname aan het project in externe mobiliteit. Gezien de aangekondigde besparing in het openbaar ambt zijn de vooruitzichten voor de toekomst beperkt. De projecten van de externe mobiliteit zijn uiteraard afhankelijk van het aanbod bij de openbare diensten. Het voorbije jaar kon reeds worden vastgesteld dat de vacatures slechts met mondjesmaat werden aangeboden."

Sabien blijft dit dossier, waar verwarring toch troef is, verder opvolgen.