Afscheid van Madame Arlette


In dit huis, madame, ben je heel gelukkig geweest. Meer dan 18 jaar lang was je elke werkdag present in de vroegere loketzaal, hier juist onder, om mee te leven met het wel en wee van de Poperingenaars.

Ook na je afscheid begin 2001 bleef je naar het stadhuis komen om een babbeltje te slaan en om te helpen waar je kon. Toen het stadspersoneel je in 2001 o.a. met een staande ovatie uitwuifde, zei je: "Het applaus en de staande ovatie hebben mij echt geëmotioneerd. Ik had dat niet verwacht. Het deed mij echt iets. Ik voelde aan dat het gemeend was....".

Gevraagd naar een terugblik op je politieke carrière, en de mooie momenten daarin, antwoordde je: "Contact met de mensen was zeer belangrijk voor mij .... Ik ben tevreden omdat ik velen een plezier heb kunnen doen. Met de mensen van mijn dienst zochten wij oplossingen en contacteerden wij de verantwoordelijke instanties. Ik heb de mensen nooit naar hun politieke kleur gevraagd. Ook al wist ik soms wel welke politieke kleur ze hadden, toch maakte dat voor mij geen enkel verschil uit...". Dat, madame Arlette, was nieuwe politieke cultuur avant la lettre: je inzetten voor de mensen, ongeacht rang of stand, op een open en eerlijke manier!

Hoe eenvoudig je ook was in je omgang met de mensen, je stijl en uitstraling waren van het hoogste niveau. Overal waar je kwam, zij het nu in Poperinge, in de Brugse Provincieraad, of het Brusselse parlement, overal was er grote bewondering voor je présence. Zelfs je passage voor het Brugse Hof van Assisen, waar je als slachtoffer kwam getuigen over de brutale overval waarvan je in 1996 het slachtoffer werd, ging niet onopgemerkt voorbij. Je werd er een rots van een vrouw genoemd.

En eigenlijk moet je een rots zijn om een 53 jaar lange politieke carrière uit te bouwen. Hier in Poperinge heb je eerst bijna 30 jaar in de oppositie gezeten, vooraleer je in 1982 schepen kon worden. Toen je in 1978 werd gevierd voor je 25 jaar gemeenteraadslid, zei je het volgende: "25 jaren oppositie is zeker geen sinecure, en mijn grote wens eens burgemeester te worden is nooit waarheid geworden. Maar steeds heb ik geprobeerd met opbouwende geest mee te werken... Wij hebben meegedaan met alle grote projecten, zolang ze niet indruisten tegen onze politieke doctrine".

Madame, je was een schepen uit de duizend: overal aanwezig, altijd beschikbaar en bereikbaar. Samen met wijlen burgemeester Marc Mahieu en schepen Gaby Dewancker vormde je een sterk en hecht trio. Jullie bouwden de liberale gedachte in Poperinge verder uit.

Toen we in de maand september 2001 hier in dit huis het einde van je politieke carrière vierden, zei je vooral blij te zijn dat een vrouw, Josianne Lesage, je was opgevolgd als schepen van burgerlijke stand. Jij bent je eigen politieke carrière immers begonnen in een periode toen politiek bijna uitsluitend een mannenzaak was. Als één van de eerste vrouwen in dit mannenbastion heb je het beste van jezelf gegeven. Vrouwen in de politiek waren en zijn belangrijk, en jij wilde voor hen een stimulans zijn. En dat wás je. Vandaar waarschijnlijk ook dat wij vandaag met vier vrouwen en één man in de gemeenteraad zitten voor Open Vld.

Madame, de Poperingenaars en de liberale partij blijven vandaag verweesd achter. Weet evenwel dat wij niet bij de pakken blijven zitten. En met Pascaline en Pascal in ons bestuur blijft een stuk van je politieke gedrevenheid voortleven. Wees gerust, madame, en wij beloven het je: wij zetten je werk verder.

Vaarwel Madame.