Aantal werkstraffen blijft ook dit jaar toenemen

Sabien reageert tevreden op de stijgende evolutie: "Het zijn immers niet alleen zinvolle straffen voor de betrokkene, maar ze brengen de maatschappij ook iets bij (gemeenschapsdienst onder de vorm van hulp in een bejaardentehuis, bij de gemeente, enz.). Vooral voor jongeren en mensen met een vervangingsinkomen is een werkstraf veel effectiever dan een geldboete. Jongeren ondergaan op deze manier persoonlijk hun straf, daar waar anders de ouders opdraaien voor de vaak zware boetes. Werklozen hebben tijd om een werkstraf uit te voeren."

Het grote verschil tussen Vlaanderen en Wallonië is vooral te verklaren door het feit dat Vlaamse politierechters omzichtiger omspringen met werkstraffen. "Uit cijfers die ik in de vorige legislatuur opvroeg blijkt dat bijvoorbeeld in 2006 de Waalse politierechters 2.546 werkstraffen oplegden tegenover de Vlaamse slechts 693. Vlaamse politierechters menen dat werkstraffen niet altijd in functie staan van het verhogen van de verkeersveiligheid. Ook is het zo dat een beklaagde vaak niet weet dat hij of zij zelf een werkstraf kan vragen aan de rechter. Mits de justitiehuizen over voldoende middelen beschikken om meer werkgestraften op te volgen, kan een informatiecampagne mensen ertoe aansporen om naar een werkstraf te vragen."

Dat de justitiehuizen nog steeds over onvoldoende middelen beschikken, blijkt ook uit het feit dat  er nog steeds wachtlijsten bestaan. Eind vorige maand lagen er 1.047 dossiers bij justitiehuizen waarvoor nog justitieassistenten moeten worden aangesteld. "Zij moeten erop toezien dat de veroordeelden ook effectief hun werkstraf uitvoeren. Dat kan bij vrijwillige of gesubsidieerde prestatieplaatsen. Met betrekking tot die laatste werd begin dit jaar een werkgroep opgericht, die zich buigt over een hervorming van de huidige reglementering. Er zijn immers structurele knelpunten omwille van de aanzienlijke toename van het aantal werkstraffen de afgelopen jaren. Het zou onder andere de bedoeling zijn te evolueren naar een meer structurele financiering in plaats van een louter projectmatige financiering. Minister De Clerck hoopt dat de werkgroep tegen het einde van het jaar met conclusies komt", besluit Sabien.