Sabien ondervraagt minister De Clerck in de Kamer over chaotische repatriƫring van Roemeense zusjes


Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het verhaal van de repatriëring van de drie Roemeense zusjes, die spijtig genoeg chaotisch verliep, blijft ons een beetje in de ban houden. Vandaag is immers duidelijk dat de moeder totaal onwetend was over de repatriëring. Dit is nogal verwarrend en voor veel mensen waarschijnlijk ook onbegrijpelijk omdat precies de wil van die moeder de repatriëring heeft veroorzaakt.

In een eerste reactie hebt u gezegd dat er in de procedure geen fouten zijn gemaakt en dat het eigenlijk ook was afgesproken dat er niet onmiddellijk contact zou zijn tussen moeder en kinderen. Ik citeer wat ik daarover heb gelezen: "Tot de situatie met de vader is uitgeklaard, zal er geen contact zijn tussen moeder en kinderen."

Tot zover de voorlopige feiten, mijnheer de minister. Bij mij leeft het gevoel dat de zaak toch niet echt kies is. Enerzijds heeft Justitie de verklaringen van die drie, seksueel zwaar misbruikte zusjes toch kunnen aanwenden om een belangrijke pedofielenbende op te rollen, maar anderzijds, nu deze meisjes ons vragen om beschermend op te treden en dat werd onder ander door het oudste zusje duidelijk geuit, sturen wij hen terug.

Ik ken uw uitleg. U zegt dat de wil van de moeder primeert. Ik heb ook gelezen wat Peter Adriaenssens daarover heeft gezegd. Het vertrouwen in volwassenen zal volgens hem bij die kinderen totaal zoek zijn. Dit gebeurde allemaal in de week waarin de bijzondere Kamercommissie Seksueel Misbruik haar aanbevelingen heeft gedaan.

Mijnheer de minister, ik weet niet of u mij kunt volgen in mijn verontwaardiging en of u de feiten kunt verduidelijken? Werd in dit dossier niet heel veel ijver aan de dag gelegd? Ik citeer u nogmaals: "De situatie ter plaatse is nog altijd niet echt uitgeklaard met de vader en de moeder." Is er al dan niet nog gevaar? Is die ijver ook niet heel erg frappant, vooral als wij vergelijken met andere dossiers en andere houdingen van onze overheden. Ik denk dan aan de moeilijke uitwijzing van uitgeprocedeerde asielzoekers. Daar gaat het niet allemaal zo vlot. Inzake Justitie denk ik ook aan de weinig succesvolle pogingen om gedetineerden hun straf te laten uitzitten in hun land van herkomst.

 

Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, over de uitzetting van de misbruikte Roemeense kindjes heb ik twee vragen. Ik heb een vraag over het doel en het middel. Was de doelstelling in deze dat alles volgens de regels verliep of is er een poging van doelstelling geweest om de kinderen te beschermen?

Anders uitgedrukt: hebben wij alles geprobeerd of hebt u, in onze naam, alles geprobeerd wat u kon en wat mogelijk was om deze kinderen te helpen?

Nog anders uitgedrukt: kunnen wij leven met de vaststelling dat wij kinderen in de steek laten met het argument dat de uitzetting volgens de regels is gebeurd? Moeten wij er daarentegen niet naar streven om volgens de regels die kinderen te helpen?

 

Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, in feite is het geen kort verhaal. Het is een heel lang en droevig verhaal geworden. Het begon in 2009 toen een van de kinderen hier op vakantie kwam, terugging naar haar land en dan door een gastgezin is teruggehaald. De drie kinderen zijn op drie verschillende, eigenaardige en eigen manieren hier terechtgekomen. Mijn eerste zorgen in het onderzoek behelzen de manier hoe zoiets kan gebeuren, hoe zoiets verloopt, of zoiets elders in het land gebeurt en of er andere dossiers zijn. Met het oog op het onderzoeken van alle situaties in het land heb ik het parket-generaal van Gent en de federale procureur gevraagd op welke manier kinderen, desgevallend gekwetst of misbruikt, hier terechtkomen in een situatie waarin ze hier kunnen blijven. Is het een pseudo-adoptie? De onderliggende vraag is de vraag om naar hier te komen, met zelfs notariële akten die men probeert op te maken van rechten en plichten. Dit is de eerste grote zorg die dit dossier naar boven heeft gebracht. Ik laat het grondig onderzoeken want dit is niet normaal.

De tweede zorg gaat over de wijze waarop het dossier sinds maanden door alle diensten is behandeld. Met de hand op het hart en met alle informatie die ik heb gekregen kan ik meedelen dat zeer veel diensten op een zeer ernstige manier met dat dossier zijn omgegaan. Het probleem begon bij de kinderen. Een van hen meldde dat er een problematische opvoedingssituatie was en dat zij niet meer in het gezin wilde blijven. Daarop is het hele jeugdbeschermingsrecht in actie gekomen, het jeugdparket heeft het nodige gedaan, het werd behandeld door het parket, het is voor de jeugdrechter gebracht, het is voor het jeugdhof gebracht, het werd gepleit en er zijn advocaten aangeduid om die drie kinderen te begeleiden. Na consultatie en bespreking met het Kinderrechtencommissariaat, Unicef, vele andere diensten en de instellingen waar ze intussen zijn ondergebracht, bleek de beste en meest adequate oplossing een positief antwoord op de vraag van de moeder en de vraag van het land om die Roemeense onderdanen terug naar hun land en hun moeder te laten gaan.

Alle diensten hebben een beschermende rol gespeeld ten aanzien van die kinderen. Het is mijns inziens op een correcte manier verlopen.

Maandag vraag ik de Roemeense minister van Justitie in het kader van een Europese Raad de bevestiging van de gemaakte afspraken met Roemenië om te zien of de jeugdbescherming en de gespecialiseerde diensten waar die kinderen worden opgevangen in afwachting van een regularisatie hun werk doen, en of men precies weet waar die vader terechtkomt. Ik zal hem vragen om dit van zeer nabij op te volgen. Ik hoop dat het gebeurt.

Het is een heel droevig verhaal waaruit wij conclusies moeten trekken. De diensten, en die van Gent in het bijzonder, hebben het zeer accuraat opgevolgd.

 

Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ik blijf met een dubbel gevoel zitten. U zegt aan de ene kant dat alle diensten ernstig werk hebben geleverd en dat de conclusie was terug naar de moeder, maar aan de andere kant zegt u vandaag en zei u ook in uw reacties dat wij de situatie ter plaatse moeten opvolgen en dat u dit ook zult doen in overleg met uw collega.

Er blijven nog vragen over de situatie ter plaatse en over het dossier van de vader. Ik begrijp niet goed waarom men de kinderen begin deze week al moest repatriëren. Kon dat niet worden uitgesteld tot er volledig duidelijkheid was en tot de bescherming waarom de kinderen hebben gevraagd overbodig is?

Er wordt gehandeld met twee maten en twee gewichten. Ik heb de cijfers erop nagekeken. Vorig jaar zaten er meer dan 200 Roemenen in onze gevangenissen en wij kunnen er met veel moeite vijf of zes per jaar hun straf laten uitzitten in hun eigen land. Zij verblijven hier ook vaak ten onrechte, terwijl wij de drie zusjes toch moeten laten terugkeren. Ik heb problemen met die tegenstrijdigheid.

 

Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik vind dat u, uw diensten en alle diensten in het land de verkeerde prioriteiten stellen. Men is eerst bezig over verblijfsrecht en daarna kijkt men naar de bescherming van misbruikte kinderen. Ik pleit ervoor dat men iedereen in de richting laat kijken van eerst bescherming tegen seksueel misbruik, waarna verblijfsrecht in een dergelijke situatie bijzaak is. Wij zijn zo stoer om slachtoffers buiten te zetten, en zo zwak om misdadigers buiten te zetten.