Kamer keurt oprichting familie-en jeugdrechtbanken goed


Er wordt al jaren gesproken over de oprichting van een familierechtbank, maar de afgelopen maanden kwam er schot in de zaak. Bijna alle partijen werkten aan een compromistekst, die vandaag wordt goedgekeurd. In het najaar dient de Senaat er zich wel nog over uit te spreken.

"Wanneer de hervorming een feit is, zal bij elke rechtbank van eerste aanleg een familie-en jeugdrechtbank worden opgericht. Een gelijkaardige structuur komt er ook bij de parketten en de hoven van beroep. Daar zullen voortaan alle familiale geschillen worden beslecht. Dergelijke dossiers zitten nu versnipperd over vier instanties: de vredegerechten, de rechtbanken van eerste aanleg, de jeugdrechtbanken en de kortgedingrechtbanken. Bedoeling is de rechtspraak coherenter en efficiënter te maken, en de dienstverlening te verbeteren. Magistraten zullen zich kunnen specialiseren," zegt Sabien.

"In familiezaken zullen verschillende zaken van één familie in één dossier worden bewaard, en indien mogelijk door één magistraat worden behandeld. Het gaat om geschillen tussen (echt)paren en wettelijk samenwonenden, geschillen waarbij kinderen betrokken zijn, en jeugdzaken. Geschillen over de afzonderlijke verblijfplaats, het ouderlijke gezag, de verblijfsregeling of het recht op persoonlijk contact worden verondersteld hoogdringend te zijn. Dergelijke zaken blijven als het ware pemanent "hangende", waardoor betrokkenen via een eenvoudige procedure het dossier weer voor de rechtbank kunnen brengen indien er nieuwe elementen zijn. Indien de hoogdringendheid wordt ingeroepen, wordt een kortgedingprocedure gebruikt".

De nadruk komt te liggen op het uitwerken van een minnelijke schikking. Er zullen kamers voor minnelijke schikking in het leven worden geroepen. Op termijn zouden in alle rechtbanken dergelijke kamers moeten worden geïnstalleerd. "Die moeten het aantal arresten en vonnissen fors doen dalen, en de gerechtelijke achterstand bijgevolg gunstig beïnvloeden," zegt Sabien, wiens amendement terzake werd goedgekeurd. Rechters kunnen bij familiale geschillen sowieso naar een akkoord tussen de partijen zoeken. Zij moeten de betrokkenen in elk geval wijzen op de mogelijkheid van bemiddeling of andere vormen van alternatieve geschillenoplossing. Bij geschillen waarbij de kinderen betrokken zijn, of bij dringende maatregelen tussen echtgenoten, moeten de ouders verschijnen.

Alle kinderen kunnen, ongeacht hun leeftijd, voortaan hun mening geven over beslissingen over het ouderlijke gezag, de huisvesting en de persoonlijke relaties. Kinderen ouder dan 12 worden automatisch uitgenodigd, maar zijn niet verplicht erop in te gaan. Kinderen jonger dan 12 worden uitgenodigd als ze daar zelf om vragen, of indien het parket dat noodzakelijk vindt. De rechter mag niet weigeren. Kinderen die voor de jeugdkamer van de familie-en jeugdrechtbank verschijnen, kunnen op hun vraag worden bijgestaan door een (jeugd)advocaat.

Lees hier Sabiens tussenkomst, zoals gebracht in de plenaire vergadering van 19 juli 2011:

Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, woorden als versnippering, centralisatie en eenheid zijn in ons debat al veel gevallen en terecht, want vandaag wordt hier de oprichting van de familierechtbank besproken. De familierechtbank moet ervoor zorgen dat alle familiale geschillen voortaan door een en dezelfde rechtbank worden behandeld en niet worden versnipperd zoals vandaag. Mevrouw Becq heeft de weg goed geschetst die een echtpaar vandaag kan gaan om beslissingen te krijgen in de verschillende fases van hun uiteengaan.

Ik zou die weg verder willen becommentariëren aan de hand van een voorbeeld. Ik had recent een dossier in handen van een echtpaar met drie kinderen. Het echtpaar was begonnen bij de vrederechter om een voorlopige regeling te verkrijgen. De vrederechter besliste om de uitspraak over het onderhoudsgeld op te schorten. Het ging om een vader, die in de gevangenis verbleef. Daartegen werd in beroep gegaan. De rechtbank van eerste aanleg besliste dat er toch onderhoudsgeld moest worden betaald, namelijk 175 euro per maand per kind. Uiteindelijk is de echtscheidingsprocedure dan opgestart. In dat kader heeft de kortgedingrechter ook een beslissing genomen in verband met het onderhoudsgeld. Die heeft beslist tot 125 euro onderhoudsgeld per maand per kind.

Ik geef dat voorbeeld om aan te tonen dat het voor Belgen vandaag onduidelijk is welke rechter bevoegd is en welke rechter wanneer een uitspraak kan doen, en dat men ook wordt geconfronteerd met heel verschillende uitspraken. Elke rechter is immers soeverein in haar of zijn beslissing, met ongenoegen en frustratie van dien. Heel belangrijk is dat de lange weg, die vandaag moet worden gegaan, in de toekomst wordt verkort, doordat men slechts voor een rechtbank moet komen. Collega's, door de oprichting van een familie- en jeugdrechtbank wordt de dienstverlening van Justitie aan de burger in belangrijke mate verbeterd. Er wordt bij de rechtbank van eerste aanleg een afdeling gecreëerd waarin alle bevoegdheden met betrekking tot familiale geschillen en jeugdproblematiek zullen worden ondergebracht.

Het toevertrouwen van al die geschillen van dezelfde familie aan een rechtscollege zorgt voor een harmonisering van de procedureregels, meer uniformiteit in de uitspraken - herinner u het voorbeeld dat ik zopas heb gegeven -, minder doorverwijzingen van de ene rechtbank naar de andere en ook een vermindering van de kosten.

De aandacht gaat uit naar grotere coherentie door het groeperen van de familiale bevoegdheden, eenvoud en toegankelijkheid en specialisatie van zetelende magistraten en parketmagistraten voor die rechtbank, die een speciale opleiding moeten volgen.

Met het oog op gezins- en kindvriendelijke oplossingen zal men toewerken naar het minnelijk schikken van geschillen en het bemiddelen met het pas in laatste instantie laten beoordelen door de rechter. Collega's, net als anderen voor mij onderstreep ik dat er belangrijk werk is geleverd door de kabinetten van minister De Clerck en staatssecretaris Wathelet. Ik dank hen samen met de ministers voor de goede samenwerking in de commissie gedurende vele uren.

Wij hebben ons als commissarissen van de commissie voor de Justitie verder geïnformeerd via hoorzittingen. De deskundigen die er aan het woord kwamen, hebben ons op bepaalde punten gewezen, wat ons heeft geïnspireerd om wijzigingen aan de tekst aan te brengen. Ik wil alle magistraten en andere geleerden die ons zijn komen toespreken toch ook eens uitdrukkelijk bedanken.

Ten slotte hebben wij collegiaal in de commissie het werk voltooid, waarna dat eindwerk hier vandaag besproken wordt en morgen hopelijk goedgekeurd.

Ik wil voor onze fractie van Open Vld kort acht krachtlijnen vermelden en ten slotte ook een eigen commentaar geven op de tekst.

De eerste krachtlijn van het voorstel is dat de jeugdrechtbank drie kamers zal omvatten. De jeugdkamer zal maatregelen nemen ten aanzien van minderjarigen in een problematische opvoedingssituatie en minderjarigen die strafbare feiten hebben gepleegd of geestesziek zijn, en hun ouders. De tweede kamer, de specifieke kamer, zal zich concentreren op de uit handen gegeven minderjarigen. De derde en laatste kamer, de familiekamer, zal alle burgerlijke bevoegdheden of alle burgerlijke geschillen inclusief de spoedprocedures voor haar rekening nemen.

Het tweede, belangrijke principe is, zoals hier ook reeds verschillende keren werd vermeld, dat er voor één familie één dossier wordt aangemaakt. Alle beslissingen in verband met één familie zullen voortaan gecentraliseerd in hetzelfde dossier zitten. Dat heeft als voordeel dat de magistraat die moet oordelen, de hele voorgeschiedenis onmiddellijk in overweging zal kunnen nemen en zal kunnen meenemen in haar of zijn beoordeling.

Een derde belangrijk principe is dat de hoogdringendheid, die nu aanleiding geeft tot behandeling door een aparte rechter, de kortgedingrechter, voortaan enkel nog gevolgen heeft voor de toepasselijke procedure. Ingeval ingeroepen hoogdringendheid, die mogelijk is voor alle dossiers die behoren tot de bevoegdheid van de familierechtbank, zal de hoogdringendheid systematisch moeten worden aangetoond. Voor onder andere de vraag naar een afzonderlijke woonst of een regeling voor het verblijf van de kinderen gaat men automatisch uit van de hoogeisendheid.

Ik heb in de commissie de opmerking gemaakt dat de taalkeuze nogal stroef is, met de termen van veronderstelde en ingeroepen hoogdringendheid. Men heeft toen geantwoord dat daarover nog eens zou worden nagedacht, maar uiteindelijk zijn die bewoordingen toch in de wet gebleven. Ik hoop in elk geval dat het onderscheid tussen de ingeroepen en de veronderstelde hoogdringendheid voldoende duidelijk zal zijn en vlug ingang zal vinden, niet alleen bij magistraten, maar ook bij de gewone burgers die een dossier aanhangig hebben.

Een vierde belangrijk principe betreft de territoriale bevoegdheid. De rechtbank van de woonplaats van de minderjarige of, bij gebrek aan een officiële woonplaats, die van de gewone verblijfplaats van de minderjarige wordt de enige territoriaal bevoegde rechtbank.

Een vijfde belangrijk principe betreft de persoonlijke verschijning. We hebben daarover al gedebatteerd in het kader van mijn wetsvoorstel om de persoonlijke verschijning bij echtscheiding af te schaffen. Toen al hebben we gezegd dat het belangrijk is dat partijen aanwezig zijn op zittingen waar het over hun kinderen gaat. In onderhavige tekst is ingeschreven dat de persoonlijke verschijning verplicht is in alle gevallen die het minderjarige kind aanbelangen.

De bemiddeling en de minnelijke schikking worden met de tekst sterk aangemoedigd. De mogelijkheid om kamers voor minnelijke schikking op te richten, wordt wettelijk verankerd. Dat is heel belangrijk voor ons; ik zal daar later nog een woordje over zeggen. Er wordt ook aangemoedigd om een beroep te doen op bemiddeling. Partijen moet gewezen worden op de mogelijkheid van bemiddeling en zij moeten informatie krijgen over op welke manier, waar en hoe zij aan die bemiddeling kunnen beginnen.

Het horen van kinderen was ook een belangrijk punt van debat. Vandaag is enkel de jeugdrechter verplicht om kinderen vanaf twaalf jaar te horen. De andere rechters als de vrederechter en de kortgedingrechter mogen dat doen, maar zijn er niet toe verplicht. Vandaar dat dat in die rechtbanken heel weinig gebeurt. Met de voorgelegde tekst wordt voorgesteld dat kinderen waarover een bepaald geschil gaat, bijvoorbeeld inzake ouderlijk gezag of verblijfsregeling, telkens moeten worden gehoord zodra ze twaalf jaar zijn. Indien ze jonger zijn dan twaalf, kunnen ze worden uitgenodigd als ze daar zelf om vragen of als het parket of de rechter dat noodzakelijk vinden.

Een laatste krachtlijn, collega's, heeft betrekking op de vrederechters. Het feit dat wij de familiale geschillen wegnemen bij de vredegerechten betekent dat er voor de vrederechters een nieuwe invulling van bevoegdheden moest komen. Welnu, die invulling is er gekomen. Ik wil nogmaals benadrukken dat de vrederechters in het kader van de procedures 223 vaak goed werk leverden. Bovendien was en is er het voordeel dat men op heel korte termijn bij de vrederechter, samen met advocaten en partijen, kan spreken over een bepaald familiaal geschil. Volgens mij is de vrederechter nog altijd de enige rechter met wie men binnen een termijn van acht of tien dagen in een raadkamer kan spreken over het geschil en daarbij vaak tot oplossingen kan komen. Belangrijk aandachtspunt is het feit dat wij dit goed in de gaten moeten houden bij de familierechtbanken. Ook daar moet het mogelijk zijn om op heel korte termijn persoonlijk aanwezig te kunnen zijn bij de rechter in de raadkamer om te spreken over een zeer gespannen situatie en om daarvoor een oplossing te vinden.

Dit waren een aantal krachtlijnen die ik wilde vermelden. Ik besluit, mijnheer de voorzitter, met commentaar van Open Vld en van mijzelf op dit belangrijke werkstuk. Collega's, de familierechtbank staat al meer dan dertig jaar lang te lezen in allerhande regeerakkoorden en nota's. Vandaag wordt de concrete stap eindelijk gezet. De Open Vld was altijd al voorstander van een gecentraliseerde behandeling van familiezaken met aandacht voor alle aspecten van die toch wel heel specifieke procedures die heel veel mensen en kinderen aanbelangen.

Tijdens het debat hebben wij ook heel wat tijd gespendeerd aan ons voorstel, gesteund door onder meer de MR, om kamers van minnelijke schikking te installeren. Voortaan zal de korpschef de mogelijkheid krijgen om kamers van minnelijke schikking te installeren waar de partijen op elk ogenblik - zowel vóór, bij aanvang van of tijdens de procedure - naartoe kunnen om een akkoord of een bijna-akkoord te laten acteren of verder te laten uitwerken met behulp van een gespecialiseerde magistraat.

Die kamers van minnelijke schikking zijn heel belangrijk. In deze tekst is daartoe een aanzet gegeven. Ik heb het in de commissie een paar keer gezegd en ik wil het hier herhalen, een aantal magistraten is tegenwoordig al heel vernieuwend. Zij zien hun rol als drieledig, in de eerste plaats rechters-doorverwijzers. Als zij vaststellen dat mensen openstaan voor bemiddeling dan verwijzen zij door naar bemiddeling. Zij zijn rechters -schikkers, omdat zij proberen akkoorden te sluiten en in vonnissen om te zetten. Als die twee manieren van regeling van een geschil niet lukken, zijn zij rechters-beoordelaars en maken zij een vonnis op basis van alle argumenten, antwoorden en conclusies van partijen.

Wij mogen die vernieuwende magistraten dankbaar zijn. Zij hebben ons voor deze tekst geïnspireerd. Niet alleen in Justitie maar ook in andere domeinen is de praktijk vaak inspirerend voor ons, de wetgevers. Het zorgt er uiteindelijk voor dat in wetten die al in de steigers stonden, een aantal belangrijke, nieuwe maar in de praktijk al getoetste werkwijzen wordt ingeschreven.

Andere punten waarover wij enthousiast zijn, is de beperking van de persoonlijke verschijning, de uniformisering van het horen van minderjarigen en de instelling van jeugdadvocaten.

Collega Déom haalde al enkele punten van kritiek aan. Ook Open Vld heeft een paar punten van kritiek. In de commissie hebben wij herhaaldelijk aangeklaagd dat er een groot gebrek was en is aan cijfers bij het bespreken en behandelen van dit belangrijk werkstuk, zowel op het vlak van de werklast en in het bijzonder de verschuiving daarvan, als op budgettair vlak waar nog grote onduidelijkheid bestaat. Wat zal het resultaat zijn van de bevoegdheidsverandering tussen vrederechters en familierechtbank en welke uitwerking zal dit hebben op de hoven van beroep? Vroeger en ook nu nog gaat men in sommige familiale zaken eerst naar de vrederechter, dan naar eerste aanleg en dan pas naar het hof van beroep. De rechtbank van eerste aanleg kan als een soort van filter fungeren. Door de creatie van een familierechtbank zal men een stap overslaan. Van het niveau eerste aanleg zal men in geval van betwisting van de uitspraak onmiddellijk naar het hof van beroep moeten gaan. Wij vragen ons af of dit niet zal resulteren in een mogelijke overbelasting van het hof? Wij hopen van niet, maar het moet nauwgezet worden opgevolgd.

Wat is het concrete kostenplaatje van de operatie? Daarop is niet echt een antwoord gegeven. Wij zijn dus enthousiast maar hebben niettemin punten van kritiek.

Collega's, mijnheer de minister, na lange hoorzittingen, besprekingen en geanimeerde discussies, maar vooral ook na goed samenwerken in de commissie voor de Justitie, is het eindelijk zover. De familierechtbank staat in de steigers. Nu hopen wij dat na de ruwbouw, die bestaat uit het wetgevend werk dat wij geleverd hebben, ook de verdere uit- en afwerking van de familierechtbank op het terrein goed zal verlopen en op schema zal zitten.