Elk jaar ruim 500 West-Vlamingen onder voorlopig bewind

Over het hele land stijgt het aantal verzoekschriften tot aanstelling van een voorlopige bewindvoerder elk jaar met ruim 10%. In 2007 waren er 8.054 nieuwe verzoekschriften, 9.198 in 2008 en 10.027 in 2009.

"Mensen die om één of andere reden (fysisch of psychisch) niet zelf in staat zijn om hun materiële belangen te beheren (bijvoorbeeld ouderen met alzheimer of dementie), kunnen door de vrederechter onder voorlopig bewind worden geplaatst. De te beschermen persoon zelf, familieleden, de directeur of het personeel van het rusthuis, de huisdokter, ... kortom iedere belanghebbende kan hiervoor het initiatief nemen", zegt Sabien.

Zelden op eigen initiatief

"Wie wil dat een voorlopige bewindvoerder zijn of haar vermogen gedeeltelijk of volledig beheert wanneer hij of zij in de toekomst niet meer in staat zou zijn om dat te doen, kan een verklaring afleggen bij de notaris of vrederechter, waarin men opgeeft wie men op dat moment als voorlopige bewindvoerder wil. Maar uit cijfers, die ik bijkomend opvroeg bij de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, blijkt dat dat weinig gebeurt: in 2007 waren er bij de notarissen en vrederechters samen 826 verklaringen, 879 in 2008 en 903 in 2009", aldus Sabien. De betrokkene kan de verklaring op elk ogenblik intrekken of wijzigen.

Verklaringen voor stijgende trend

"Er komen daarentegen meer vragen van familieleden. Vroeger woonde vader en/of moeder op hogere leeftijd vaak nog in bij één van de kinderen. Die familiebanden en de sociale netwerken zijn minder hecht geworden. Daardoor wordt er sneller gegrepen naar de mogelijkheid tot voorlopige bewindvoering. Ook de zorginstellingen nemen meer en meer, of zelfs systematisch, het initiatief. En natuurlijk is er ook de toenemende veroudering van de bevolking", schetst Sabien de verklaringen voor de stijgende trend.

Wetswijziging in het vooruitzicht

Het voorlopig bewind is één van de vier verschillende statuten, die bestaan voor volwassen mensen die 'wilsonbekwaam' zijn en die om een of andere reden niet zelf hun zakelijke en/of persoonlijke belangen kunnen beheren. De andere zijn de onbekwaamverklaring, de gerechtelijk raadsman en de verlengde minderjarigheid.

"Na het zomerreces wordt in de Kamercommissie Justitie het wetsvoorstel, dat ertoe strekt die vier statuten onder één statuut te brengen, verder besproken. Bedoeling is om altijd de vrederechter de bevoegdheid te geven om te oordelen over de maatregelen, die nodig zijn voor iemand die zijn zaken niet meer kan beheren," besluit Sabien.