Nieuwe wet m.b.t. schuldloze echtscheiding vanaf vandaag in werking


In 2010 hebben de rechtbanken van eerste aanleg 28.701 echtscheidingen uitgesproken. Bijna 15.000 koppels gingen met onderlinge toestemming uit elkaar. De rest opteerde voor een ‘echtscheiding door onherstelbare ontwrichting'.

"Beide echtgenoten moeten nu één of twee keer voor de rechtbank verschijnen, om de 'duurzame ontwrichting van hun huwelijk' aan te tonen. De verplichting tot persoonlijke verschijning werd ingevoerd met de nieuwe echtscheidingswet van 2007. Maar ze blijkt een maat voor niets te zijn. Daarom wordt ze nu afgeschaft", zegt Sabien.

"Wanneer zaken, die aan de belangen van de kinderen zijn verbonden, voor de rechter ter sprake komen, zullen de ouders wel nog voor de rechter moeten komen. Dat past in de filosofie van de familierechtbanken, waarvoor de Kamer op 20 juli 2011 het licht op groen zette en die vanaf 2013 realiteit zouden moeten zijn. In familiezaken zullen verschillende zaken van één familie in één dossier worden bewaard, en indien mogelijk door één magistraat worden behandeld, met bijzonder aandacht voor de positie van de kinderen."

De nieuwe regeling komt tegemoet aan een aantal praktische problemen waarmee zeker mensen die willen scheiden, maar ook de rechtbanken zich geconfronteerd zien. "In elke rechtbank waar echtscheidingen op de agenda staan, doet zich hetzelfde fenomeen voor. Er staan lange rijen bijna ex-echtgenoten opeengepakt in of net buiten de rechtszaal. Wie aan de beurt is, verschijnt voor de rechter die de standaardvraag stelt of men kennis heeft van de mogelijkheid tot bemiddeling en of men verder wil gaan met zijn scheiding. Weinig of geen kans dat een koppel op dat moment nog zal terugkomen op de wens om te scheiden", aldus Sabien.

"Daarnaast is er het probleem van de vaak onaangepaste infrastructuur van de rechtbanken voor dergelijke procedures, de extra werklast voor de rechters en het personeel, het feit dat wie moet verschijnen ook verlof moet opnemen en het gevoel van onbehagen dat sommigen ervaren doordat ze ‘ter verantwoording' worden geroepen."

Bij de totstandkoming van de wet werd vaak de link gelegd met het belang van bemiddeling in familiezaken. Sabien: "De rechtbankzitting is niet het geschikte tijdstip om partijen nog in te lichten over het bestaan van bemiddeling. Dit zijn eigenlijk vijgen na Pasen. Op dat moment hebben beide partijen al beslist om te scheiden. Vandaar dat werd voorzien dat van zodra de vordering wordt ingesteld, de griffier de partijen inlicht over de mogelijkheid van bemiddeling. Hij stuurt ze de wetsartikelen, een informatiebrochure en een lijst met bemiddelaars toe. Op deze manier zullen partijen tijdig en efficiënt worden ingelicht zonder dat de rechter nog de ‘postbodefunctie' op zich moet nemen."