Weinig klachten van huurders die ten onrechte bemiddelingskosten aangerekend krijgen door derden


Sabien stelde hierover een parlementaire vraag aan ontslagnemend minister van Economie Vincent Van Quickenborne.

Economische Inspectie: 6 pv's met voorstel tot minnelijke schikking in 2010

Minister Van Quickenborne erkende dat de Economische Inspectie sinds 2010 wordt geconfronteerd met deze praktijken, waarbij de vastgoedmakelaar in het kader van een bemiddelingsopdracht tot verhuring, ereloon ten laste legt van de huurder in plaats van de opdrachtgever. Dat gebeurt onder het mom van dossierkosten en van een erg dure plaatsbeschrijving. In 2010 heeft de Economische Inspectie 6 processen-verbaal opgesteld met een voorstel tot minnelijke schikking. Dit jaar zijn dat er tot op heden 11.

BIV: 14 dossiers in 2010

Het Beroepsinstituut voor Vastgoedmakelaars (BIV) dan weer heeft vorig jaar 14 dossiers ontvangen en dit jaar tot op heden 5 meldingen, waarvan er 2 nog niet zijn afgehandeld. Het BIV heeft de betrokken makelaars hierover aangesproken en het merendeel heeft het onterecht geïnde bedrag teruggestort aan de huurder. Vier klachten werden geseponeerd wegens het ontbreken van bewijs. Eén dossier had betrekking op de aanrekening van de kosten van een plaatsbeschrijving. De klager dacht ten onrechte dat deze kosten gelijkstonden met de bemiddelingskosten, maar het gaat om een gemeenschappelijke kost die door de verhuurder en de huurder elk voor de helft moet worden betaald. Er zijn op dit ogenblik nog twee dossiers lopende bij de tuchtkamer.

Beperkt probleem

Sabien: "Uit de cijfers blijkt dat het probleem beperkt is. De probleemdossiers worden dan vaak nog opgelost in minnelijk overleg met de sector. Deze weg moet verder worden behandeld en ik hoop dat de wanpraktijken, die hier en daar bestaan, op die manier uit de wereld kunnen worden geholpen."

Ook het BIV vraagt aan alle betrokken partijen om de problematiek in het juiste perspectief te plaatsen: "Het BIV waarschuwde de sector alleen al dit jaar verschillende keren voor dit soort ‘onwettige praktijken', die alleen door een uiterst kleine minderheidgroep worden toegepast en in één specifieke regio. We betreuren het dat deze problematiek soms wordt gebruikt om het imago van de hele sector te besmeuren, terwijl slechts een zéér beperkt aantal kantoren zich niet aan de regels houdt en daarvoor ookal op de vingers werd getikt. Om te tonen dat het BIV oog heeft voor elke wanpraktijk, zaten we onlangs samen met de Huurdersbond, die na een constructief gesprek jammergenoeg opnieuw liet optekenen dat de ‘makelaars wild om zich heen slaan'."