Slechts vier op tien treinreizigers reist via volledig toegankelijke stationsgebouwen


Het gaat om de stations Antwerpen-Centraal, Blankenberge, Brugge, Brussel-Centraal, Brussel-Luxemburg, Brussel-Nationale-Luchthaven, Brussel-Zuid, Deinze, Gembloux, Gent-Dampoort, Gent-Sint-Pieters, Halle, Knokke, Kortenberg, Landegem, Liege-Guillemins, Louvain-La-Neuve-Université, Mol, Namur, Sint-Niklaas, Torhout, Verviers-Central, Wetteren en Zaventem.

Onder toegankelijkheid van een stationsgebouw wordt bedoeld dat:

  • er minstens één toegang is tot de lokettenhal die vrij is van obstakels vanaf de openbare weg (geen drempels, een automatische deur, liften, enz.);

  • de toegang vanaf de stationshal naar het domein Infrabel (perrons) obstakelvrij is;

  • sanitair voor de personen met een handicap beschikbaar is, indien er ook sanitair voor de andere reizigers voorzien is;

  • er blindegeleidelijnen (tactiele tegels) liggen;

  • er voldoende parkeerplaatsen voor personen met een handicap zijn op de parkings.

"De minister verwijst in het antwoord ook naar het beheerscontract 2008-2012, waarin de NMBS-Holding zich verbindt tot een planmatige aanpassing van de stationsgebouwen opdat tegen eind 2012 52 stationsgebouwen toegankelijk zouden zijn voor personen met een beperkte mobiliteit (wat neerkomt op 60% van de opstappende reizigers). Die doelstelling is volgens de minister haalbaar. Tegen 2028 moeten alle stationsgebouwen toegankelijk zijn voor personen met een beperkte mobiliteit", besluit Sabien.