Goedgekeurde Open Vld-wetsvoorstellen zorgen voor efficiƫntere Justitie


Vonnissen van vrederechters en politierechters moeten momenteel in beroep door drie rechters voor de rechtbank van eerste aanleg worden behandeld. Als het om een strafzaak gaat, dan kan de straf alleen verzwaard worden als de drie rechters daar unaniem mee akkoord gaan.

Om de gerechtelijke achterstand terug te dringen wil Open Vld dat ook in beroep één rechter kan beslissen. "Meerdere alleenzetelende rechters vellen meer vonnissen dan even veel rechters in één kamer. In graad van hoger beroep zullen voortaan alle zaken worden behandeld door één rechter, ook de strafzaken. Op dat principe zullen nog enkel uitzonderingen blijven bestaan wanneer één der partijen, zoals de burgerlijke partij of de beklaagde, om een behandeling door een collegiale kamer vraagt."

De goedgekeurde wetsvoorstellen geven uitvoering aan wat in het regeerakkoord werd beoogd, namelijk de samenstelling van de rechtbanken rationaliseren. Ook de doelstelling van het vergroten van de efficiëntie van de overheidsbesturen en het responsabiliseren van de beheerders van diverse departementen, wordt hier doorgetrokken naar de rechterlijke macht.

"Groot voordeel van de gestemde voorstellen, is dat de vrijgekomen capaciteit van rechters in hoger beroep kan ingezet worden in andere zaken. Natuurlijk zal niet de volledige achterstand weggewerkt kunnen worden, maar er zal zeker efficiëntiewinst zijn. Zo zullen de twee rechters die niet langer hoeven te zetelen in een kamer van drie, zich bijvoorbeeld kunnen bezighouden met snelrecht, waardoor criminaliteit sneller zal kunnen aangepakt worden. Bovendien zal een alleenzetelend magistraat ook meer kans hebben zich te specialiseren, iets waar de burgers die voor hem verschijnen alleen maar baat bij kunnen hebben. Drie alleenzetelende magistraten zullen ook in totaal meer zaken kunnen behandelen dan een collegiale kamer, wat betekent dat de doorlooptijden zullen ingekort worden. Iedereen wint dus."

"De termijn waarbinnen een geschil wordt afgehandeld is eveneens een belangrijke kwaliteitsindicator. Een te lange behandeling wekt bij de maatschappij het gevoel op van straffeloosheid. De beschikbare statistieken leren dat drie alleenzetelende rechters samen meer zaken afhandelen dan een kamer met drie rechters, wat bijdraagt tot kortere omlooptijden."

 

Tussenkomst van Sabien in de Kamer:

Ik wil wijzen op een aantal feiten waarmee onze hoven van beroep worden geconfronteerd in strafzaken.

Ten eerste, uit de cijfers met betrekking tot Justitie blijkt dat in onze hoven van beroep ongeveer 8 000 zaken hangende zijn, dus wachten op behandeling. Het gaat om zaken die ingeleid zijn, vonnissen van correctionele rechtbanken waartegen hoger beroep werd ingediend. Dat betekent dat de burger vier tot vijf jaar moet wachten op de behandeling van een strafzaak voor het hof van beroep. Het gaat onder meer ook over zaken waarin sprake is van kleine vechtpartijen en valse eden bij vereffening en verdeling.

Recent kreeg ik een telefonisch oproep van een dame die mij vertelde dat zij als burgerlijke partij - er wordt altijd over de daders gesproken, maar weinig over de burgerlijke partijen - in 2008 een vonnis had bekomen wegens het afleggen van een valse eed. Tot nu toe had zij nog steeds niets vernomen van het hof van beroep. De zaak werd nog steeds niet vastgesteld. Zij wachtte als gerechtigde op een grote erfenis die haar toekwam. Welnu, het antwoord dat wij vandaag in een dergelijk geval moeten geven is dat de zaak hangende is en dat het nog een tijdje zo zal blijven. Dit heeft heel wat menselijke drama's tot gevolg.

Dergelijke feiten zijn belangrijk en leiden op het terrein tot frustraties. Uit die frustraties zijn evenwel een aantal constructieve voorstellen gegroeid.

Ik richt mij in het bijzonder tot de collega's Van Hecke en Brotcorne om te zeggen dat er vandaag wordt gereageerd vanuit bepaalde hoeken, maar dat wij uit die richting niets hebben gehoord tijdens de behandeling in de commissie. Vandaag schiet iedereen blijkbaar wakker. Deze reacties, onder andere van OVB, hebben wij niet gehoord tijdens de behandeling in de commissie. Op het terrein werd ons bijvoorbeeld gewezen op de afhandeling van burgerlijke belangen in strafzaken.

De afhandeling van burgerlijke belangen in strafzaken moet vandaag verplicht door drie raadsheren worden behandeld.

Een dergelijke regeling is niet langer realistisch. De zaken zouden door één raadsheer moeten kunnen worden behandeld, wat de werking binnen de pool van raadsheren heel wat zou vergemakkelijken en meer mogelijkheden zou bieden. Het zou vooral snellere beslissingen tot stand brengen voor onze burgers en voor degenen die soms bij zware discussies over burgerlijke belangen op een beslissing wachten.

De vraag rijst of de wetgever dit kan verhelpen? Ziedaar een eerste verzuchting.

Ten tweede, eenvoudige strafzaken, waartegen beroep wordt aangetekend moeten verplicht door drie raadsheren worden behandeld, weliswaar na een aantal jaren wachttijd. Is het niet mogelijk om een systeem te ontwikkelen waarbij dergelijke zaken voortaan door één magistraat of raadsheer kunnen worden behandeld?

Collega's, op basis van die verzuchtingen en constructieve voorstellen heeft de Open Vld aan wetsvoorstellen gewerkt. Zoals mijn collega al zei, het zijn misschien slechts kleine stappen naar een efficiëntere, vlottere, modernere Justitie, maar het zijn niettemin stappen. Wij blijven niet ter plaatse trappelen. Wij zetten door de voorliggende wetsvoorstellen stappen in de richting van een modernere en efficiëntere Justitie.

Mijn voorstel is tijdens de bespreking geëvolueerd, zij het niet op het vlak van het eerste aspect, met name de afhandeling van de burgerlijke belangen. Dergelijke zaken blijven voortaan door één raadsheer te behandelen. Het is wel geëvolueerd op het vlak van de eenvoudige zaken. Het uiteindelijke wetsvoorstel bepaalt nu dat hoger beroep tegen vonnissen in strafzaken die door één rechter zijn gewezen, voortaan ook door één raadsheer zullen worden behandeld. Wel is de vrijheid en mogelijkheid ingebouwd dat een belanghebbende partij alsnog kan vragen dat drie raadsheren de zaak zouden behartigen.

Ik hoor hier een aantal leden opmerken dat de toekomst het zal uitwijzen. Wij voorspellen echter dat advocaten hun cliënten zullen aanraden om, wegens de mogelijke strafverzwaring, telkens drie magistraten te vragen. De praktijk leert mij dat vandaag in een aantal burgerlijke zaken voor de hoven van beroep al de mogelijkheid bestaat om voor drie rechters te kiezen. Ik stel vast dat een aantal advocaten de afweging maakt van het verschil in timing, indien zij kiezen voor een kamer met één rechter dan wel voor een kamer met drie rechters. Indien een advocaat de zaak begin 2013 door één rechter of raadsheer kan laten behandelen, zal hij een dergelijke kamer verkiezen, veeleer dan dat hij naar een kamer met weliswaar drie magistraten moet, waar hij met zijn zaak echter pas begin 2014 terechtkan.

Het gaat niet op nu te voorspellen dat de spelers bij Justitie de mogelijkheid die wij aanbieden zullen uithollen en telkens naar die drie magistraten zullen teruggrijpen. Ik ga ermee akkoord dat wij moeten evalueren wat wij vandaag wijzigen, maar wij hebben er alle vertrouwen in dat de spelers van Justitie deze wetswijziging constructief zullen gebruiken.

Tot slot wil ik nog reageren op wat advocatenverenigingen, zoals de OVB, vandaag hebben gesteld in hun reactie. Ik vraag mij af wat men eigenlijk wil. Begin van dit jaar pleitte de advocatuur op de nieuwjaarsreceptie nog voor een moderne en klantvriendelijke Justitie en voor minder plaatsvervangende rechters en stelde zij dat dit systeem enkel in noodgevallen kan. Ik stel vast dat de plaatsvervangende rechters veelal worden ingezet op het niveau van eerste aanleg, beroep, vredegerecht en politierechtbank en ook op het niveau van de hoven van beroep zetelen heel veel plaatsvervangende advocaten. Men moet weten wat men wil. Men kan niet aan de ene kant kritiek geven en zeggen dat er iets moet veranderen en, aan de andere kant, als wij dan kleine stapjes zetten naar een modernere en efficiëntere Justitie negatief zijn en vooraf al een en ander proberen af te schieten.

Collega's, het zal u duidelijk zijn dat mijn partij deze wetsvoorstellen steunt.