Acht op de tien zaken wegens laster geseponeerd


"Volgens het Strafwetboek is iemand schuldig aan laster, wanneer hij of zij aan een persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste legt, dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen, en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd en wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegde feit toelaat", zegt Sabien.

"Uiteindelijk wordt bijna acht op de tien van dergelijke zaken geseponeerd. Van de 4.433 zaken, die in 2010 werden ingeleid en waarvan het onderzoek was afgerond (stand van zaken 10 juli 2011), werden er 3.452 geseponeerd, of 78%", zegt Sabien, die ook de redenen voor seponering opvroeg. "In 38% van de gevallen gebeurde dat wegens onvoldoende bewijzen. De twee andere belangrijkste redenen daartoe zijn: andere beleidsprioriteiten (15%) en geen misdrijf gepleegd (12%).

"Van de 4.433 zaken die in 2010 ingeleid zijn, hadden er 26 (0,5%) tot een uitspraak geleid (stand van zaken 10 juli 2011). Van die zaken, waarin de rechter dus wel een vonnis heeft gewezen, ging het in 54% van de gevallen (14 zaken of 0,3% van het totaal) om een veroordeling en in 15% van de gevallen om een vrijspraak. De overige vonnissen betroffen opschortingen, tussenvonnissen, enz.", aldus Sabien.  "We moeten opmerken dat het aantal vonnissen natuurlijk iedere dag evolueert, rekening houdend met de onderzoeks- en procestermijnen."

Vergelijkbare cijfers voor lasterlijke aangifte

Wegens lasterlijke aangifte bij de overheid of lasterlijke aantijgingen aan een persoon tegen zijn ondergeschikte werden er 330 zaken ingeleid bij de correctionele parketten in 2010. Ook dat aantal gaat de hoogte in: 291 in 2009, 303 in 2008 en 256 in 2007. "In vier jaar tijd dus een stijging met bijna een derde! Vooral in zedenzaken komen
lasterlijke aangiftes (steeds meer) voor", stelt Sabien.

Van de 330 zaken, die in 2010 werden ingeleid en waarvan het onderzoek was afgerond (stand van zaken 10 juli 2011), werden er 236 geseponeerd, of 72%. Ook in dergelijke zaken gebeurde dat vooral (in 31% van de gevallen) wegens onvoldoende bewijzen, andere beleidsprioriteiten (18%) en geen misdrijf gepleegd (11%). Ook voor de gevonniste zaken zijn de cijfers te vergelijken met laster: in 67% van de gevallen (2 zaken of 0,6% van het totaal) ging het om een veroordeling en in 33% van de gevallen om een vrijspraak.