Fret moet konijnen in stadspark wegjagen


Schepen Kris Notebaert (CD&V), verantwoordelijk voor Leefmilieu en Dierenwelzijn, antwoordde dat de stad een jager met een fret gaat aanspreken. ‘Met een geweer jagen op konijnen mag niet, omdat het stadspark in de bebouwde kom ligt. In het verleden werd al eens met succes een fret uitgezet op de voormalige begraafplaats en op een van de voetbalterreinen, waar ook een konijnenplaag heerste. Dat gaan we nu ook toepassen in het stadspark.'

De fret is een marterachtig roofdier, dat in de konijnenpijpen wordt geplaatst. ‘Jonge konijntjes worden doodgebeten door de fret. Volwassen exemplaren vluchten en kunnen zo gevangen en gedood worden', zegt schepen Notebaert.

Onderhoudsman Wim Rossey, verantwoordelijk voor het onderhoud van het stadspark, spreekt inderdaad van een plaag: ‘Vooral 's morgens zie je hier heel wat konijnen rondhuppelen. Rond een aantal bloemperkjes hebben we al netten geïnstalleerd. Maar je kunt dat niet in heel het park gaan doen. Op een aantal plaatsen zijn jonge plantjes helemaal weggevreten. We hebben ze opnieuw moeten aanplanten. De mensen van de aanpalende moestuintjes klagen ook.'

Guido Quaghebeur, voorzitter van Natuurpunt, woont in de aanpalende Komstraat en heeft ook al last gehad van konijnen in zijn tuin. ‘Sinds de aanleg van het stadspark hebben hier altijd al wilde konijnen gezeten. Dat is typisch voor zo'n parkgebied, want ze vinden er voldoende voedsel. Vooral nieuwe bloemen en aanplantingen staan op hun menu. En natuurlijk zijn ze ook tuk op wat in de moestuintjes gekweekt wordt. Een particulier kan zijn tuin afschermen met kippengaas van 30 cm hoog. Dat moet wel in de grond worden ingegraven, want anders graven ze zich er gewoon een weg onder door', verduidelijkt Guido Quaghebeur.

Ook in de natuurterreinen van Natuurpunt huizen er wilde konijnen, die zorgen voor schade bij naburige landbouwers. ‘Ze helemaal uitroeien is onmogelijk en ook niet wenselijk. Maar dat ze wat worden ingeperkt, daar heb ik niets op tegen', zegt Guido Quaghebeur.

Bron: Het Nieuwsblad, 29 mei 2013, Piet Lesage