Sabien naar Den Haag voor Fyra-rondetafel


Sabien blijft achter de beslissing van de NMBS staan om de Fyra van het Belgisch spoor te weren en de contracten stop te zetten: "Veiligheid op het spoor moet en zal altijd onze eerste bezorgdheid zijn en dient te primeren op de financiële en juridische consequenties."

Sabien wil in Den Haag de discussie met de spoorwegmaatschappijen, haar Nederlandse collega's en de vertegenwoordigers van AnsaldoBreda over de aanbesteding, de homologatie, operationele gebreken en de financiële afwikkeling niet uit de weg gaan. "Het Belgisch gerecht, het Rekenhof en de Nederlandse onderzoekscommissie moeten hun onderzoek verrichten. We hopen ook op een optimale samenwerking en informatie-uitwisseling tussen alle betrokken partijen. Maar de belangrijkste vraag die we vandaag moeten behandelen is: hoe moet het nu verder met de reizigers?"

Sabien ziet opportuniteiten na het afsluiten van de Fyra-episode: "Vanaf nu moet de vraag van de reizigers het aanbod inzake grensoverschrijdend treinvervoer tussen België en Nederland sturen en niet langer omgekeerd. De politieke afspraken die in het verleden over het hoge snelheidsvervoer gemaakt zijn kunnen desnoods aangepast worden. Niet om de hoge snelheidsklok terug te draaien, maar om de mobiliteitsbehoefte van de reizigers opnieuw te laten primeren."

Ze verwijst daarbij naar de hoge bezettingsgraad van de tijdelijk gereactiveerde klassieke Beneluxtrein. "Die toont aan dat de reiziger behoefte heeft aan een frequent en betaalbaar grensoverschrijdend intercity-concept met meerdere stopplaatsen. We moeten ons durven afvragen of er daarnaast wel voldoende vraag is naar een Fyra-aanbod dat concurreert met het aanbod van Thalys."

Sabien zal daarom pleiten voor een dergelijk flexibel intercity-aanbod en een aangepast HST-aanbod. Beiden moeten worden afgestemd op de vraag. Wat de hogesnelheidsverbindingen betreft, denkt ze aan een lijn die Londen, Brussel en Amsterdam verbindt. "En om nieuwe intercity-initiatieven een kans te geven is het belangrijk dat het internationaal spoorvervoer tussen onze landen volledig vrijgemaakt wordt. Op papier is er reeds vrije concurrentie. Maar in de praktijk beschikken enkel NMBS en NS over het interoperabel materieel om op het Beneluxtracé te rijden. Ik wil Infrabel en Prorail dan ook oproepen om hun infrastructuur te harmoniseren zodat nieuwe spelers effectieve toegang tot de markt krijgen."

Lahaye-Battheu hoopt over deze elementen tijdens het rondetafelgesprek een constructief en verhelderend debat te kunnen voeren.