Hervorming NMBS moet reiziger centraal plaatsen


Open Vld was al geruime tijd vragende partij voor een tweeledige spoorstructuur bestaande uit een spoorwegonderneming en een infrastructuurbeheerder, zonder overkoepelende holding die handenvol geld verslindt. Sabien: "De nieuwe structuur moet een efficiëntere en transparantere werking van beide bedrijven mogelijk maken. Elkeen heeft nu een duidelijk afgelijnd takenpakket en bijhorende verantwoordelijkheden. Bovendien voldoen we voortaan aan de Europese spoorrichtlijnen en wordt een verdere vrijmaking van het binnenlands reizigersvervoer mogelijk."

De hele hervorming moet de reiziger centraal plaatsen: "Door een duidelijk afgebakend takenpakket kunnen de verschillende bedrijven zich bij problemen niet meer achter elkaars rug wegsteken. Infrabel kan zich ten volle concentreren op de optimalisering van de infrastructuur. Terwijl de NMBS voortaan het enige aanspreekpunt zal zijn voor het cliënteel. Hun enige bezorgdheid wordt een zo goed mogelijke dienstverlening. Ook het financieel beboeten van wilde stakingen en het vermijden van algemene stakingen moet het reizigerscomfort ten goede komen", aldus Sabien.

Sabien vindt het eveneens positief dat in de nieuwe structuur de NMBS verantwoordelijk wordt voor de inrichting van station en omgeving en de gehele mobiliteitsketen, vanaf het moment dat iemand de auto parkeert aan het station totdat hij bij aankomst het station weer verlaat. Ook het toewijzen van het veiligheidspersoneel aan de NMBS is positief: "Zo zal men sneller en vaker op de trein kunnen optreden tegen agressie. Dat komt het veiligheidsgevoel ten goede."

Dit plan komt dus vooral de reiziger ten goede. "Die hoort ook centraal te staan in een dienstverlenende onderneming. De reizigers hebben recht op stiptere treinen en een betere service. De structuur daarvoor staat op poten. Nu is het aan de treinbedrijven om de hervorming op het terrein door te voeren en die betere dienstverlening in de praktijk te realiseren."

Lees hier de tussenkomst van Sabien bij de bespreking tijdens de plenaire zitting:

Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, het was januari 2012, toen wij in de commissie voor de Infrastructuur de beleidsnota van uw voorganger, minister Magnette, bespraken. Het idee werd toen geopperd om het Parlement actief te laten deelnemen aan de uitvoering van het regeerakkoord op het vlak van de herstructurering van de NMBS. Het regeerakkoord voorzag in een vermindering van het aantal entiteiten, een betere dienstverlening aan de reiziger, een meer coherent beheer en het behoud van het statuut van het spoorwegpersoneel.

Op 8 februari 2012 hebben wij in de commissie beslist hoorzittingen te organiseren. Zij hebben van februari tot juni 2012 geduurd. Vandaag beweren leden hier dat het niet vlug genoeg is gegaan. Ik wil hun antwoorden dat de commissie tijdens de eerste helft van 2012 hoorzittingen heeft georganiseerd.

De hoorzittingen waarvan sprake, zijn heel uitvoerig en grondig gebeurd. Wij hebben onder andere de heer Kaufmann, hoofdbestuurder van DG Move van de Europese Commissie, gehoord. Ook de heer Vinck is naar de commissie gekomen. Wij hebben vertegenwoordigers van de Deutsche Bahn, de NS en nog tal van andere belangrijke sprekers over de vloer gehad. Zij hebben een belangrijke meerwaarde gehad bij het bepalen van de posities door de verschillende partijen. De heer Van den Bergh heeft het er al over gehad. Zij hebben de regering ook geholpen bij het nemen van de uiteindelijke beslissing.

Mijnheer de minister, in de maand juni 2012 is uw voorganger naar buiten gekomen met een nota, waarin voor de tweedeling werd gekozen, aangezien volgens hem het model met de overkoepelende holding had gefaald.

De nota van minister Magnette hebben wij in de commissie in oktober 2012 besproken. Nog in oktober 2012 was er het auditrapport over de financiële stromen, dat ook een heel belangrijk gegeven in het dossier is, van het Rekenhof, waarover we vervolgens hebben gedebatteerd.

Mijnheer de minister, na de ministerwissel begin dit jaar en de voorbereiding van de teksten hebben wij vervolgens in juni 2013 in de commissie de discussie over uw wetsontwerp gehad.

Ik wil met de tijdslijn die ik hier heb geschetst, als voorzitter van de commissie voor de Infrastructuur onderstrepen dat de commissie sterk betrokken werd bij het voorliggende belangrijke dossier en dat er transparantie was.

Mag ik u meteen vragen om die betrokkenheid en transparantie ook in de toekomst te garanderen, ook al werkt u nu met een machtigingswet. Een aantal sprekers heeft daar al naar verwezen.

U hebt over die machtigingswet gezegd: "De toevlucht tot een machtigingswet is geen poging om een rookgordijn op te trekken en de plannen van de regering te verhullen". U hebt eraan toegevoegd dat het gezien de omvang en de complexiteit van een dergelijk proces onmogelijk was om van meet af alle uit te voeren verrichtingen, modaliteiten en de daartoe vereiste maatregelen te bepalen. U legde dus uit dat in onderhavig dossier een machtigingswet de meest aangewezen werkmethode is. Toch dring ik er bij u op aan om de commissie te betrekken bij de opmaak van de KB's, waarover u ook al bent ondervraagd en waarvan u zegt dat er in de komende maanden voort aan wordt gewerkt.

Wat de inhoud van het wetsontwerp betreft, Open Vld heeft de keuze voor het model met twee entiteiten, zonder holding, altijd voluit gesteund. Ik som daarvoor een aantal redenen op. In eerste instantie, een dergelijk model is efficiënter en transparanter. Het vormt de uitvoering van het regeerakkoord. Het maakt voorts een duidelijke en logische afbakening van de bevoegdheden mogelijk tussen Infrabel en de NMBS. Belangrijk is ook het feit dat de tweedeling, samen met de inperking van het aantal filialen, het bedrijf financieel gezonder moet maken. Er is ook het financiële aspect, waarnaar collega De Bue al heeft verwezen. Met name er is transparantie nodig in verband met de enorme schuld die het bedrijf torst, en de financiële stromen tussen de verschillende entiteiten.

Een model met twee entiteiten moet ook de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren. De versterkte samenwerking zal er vooral komen aan de hand van de vervoersovereenkomst. Last but not least is het voor ons heel belangrijk dat het gekozen model de noodzakelijke duurzaamheid biedt op Europees vlak. Het Europees aspect is heel belangrijk in het dossier. Volgens ons was het, met het oogpunt op Europese duurzaamheid, de enig mogelijke keuze.

Tot slot, mijnheer de minister, wil ik oproepen om, nu het kader voorhanden is - mevrouw Musin sprak van squelette -, vlug werk te maken van de invulling ervan.

Belangrijk hierbij is de benoeming van de CEO's en het bepalen van hun verloning zodat er stabiliteit kan komen in een belangrijk overheidsbedrijf. Mijnheer de minister, als dat allemaal rond is - u hebt beloofd dat dat nog voor het reces zal gebeuren -, zullen de treinbedrijven moeten bewijzen dat zij in de nieuwe structuur de treinen stipter kunnen laten rijden en een betere dienstverlening kunnen bieden aan de treinreiziger.