Van drie rechters in beroep naar één


Hoger beroep tegen vonnissen van de vrede- en politierechter wordt momenteel behandeld door drie magistraten van de rechtbank van eerste aanleg. Ook heel wat zaken die voor het hof van beroep komen, passeren bij drie raadsheren. Om de gerechtelijke achterstand terug te dringen, dienden Sabien en Van Cauter een wetsvoorstel in dat voorziet dat in meer gevallen één rechter over een zaak in beroep oordeelt.

"Meerdere alleenzetelende rechters vellen meer vonnissen dan evenveel rechters in één kamer. Daardoor kan de gerechtelijke achterstand aangepakt worden", zegt Sabien.

"Hoger beroep tegen vonnissen van de jeugdrechtbank, beslissingen van de rechtbank van koophandel, kortgeding bij echtscheiding komen momenteel al voor één magistraat. Voortaan zal ook hoger beroep in zaken zoals (slagen en verwondingen bij) caféruzies, burenruzies, overhangende takken, enzovoort door één magistraat worden behandeld."

De liberale Kamerleden willen de samenstelling van de rechtbanken rationaliseren. Ook de doelstellingen van het vergroten van de efficiëntie van de overheidsbesturen en het responsabiliseren van de beheerders van diverse departementen, worden hier doorgetrokken naar de rechterlijke macht.

"Daarnaast kan de vrijgekomen capaciteit van rechters in hoger beroep ingezet worden in andere zaken. Natuurlijk zal niet de volledige achterstand weggewerkt kunnen worden, maar er zal zeker efficiëntiewinst zijn", zegt Van Cauter. "Bovendien zal een alleenzetelend magistraat ook meer kansen krijgen om zich te specialiseren, iets waar de burgers die voor hem verschijnen alleen maar baat bij kunnen hebben."

"Er komen twee uitzonderingen op de nieuwe regel van één rechter per zaak in beroep: als de zaak in eerste aanleg al is behandeld door drie rechters, moeten ook in beroep drie raadsheren over de zaak beslissen. Ook wanneer één of meer partijen aandringen op een 'collegiale' behandeling door drie rechters, zal dat gebeuren", verduidelijken de liberale Kamerleden nog.