Aantal werkstraffen opnieuw in stijgende lijn



 

 

VLAANDEREN

BRUSSEL + WALLONIE

BELGIE

 

2009

2010

2011

2012

2009

2010

2011

2012

2009

2010

2011

2012

Hof van Beroep

221

258

 

 

243

227

 

 

464

485

450

520

Correctionele rechtbank

2.770

2.967

 

 

3.203

3.113

 

 

5.973

6.080

5.419

5.597

Politie-rechtbank

850

842

 

 

2.733

2.995

 

 

3.583

3.837

3.223

3.368

Andere

28

20

 

 

60

108

 

 

88

128

214

80

Totaal

3.869

4.087

3.630

3.843

6.239

6.443

5.676

5.722

10.108

10.530

9.306

9.565

 

De verhoudingen zijn dezelfde als de voorgaande jaren: Vlaanderen neemt 40% van de werkstraffen voor zijn rekening, Brussel en Wallonië 60%. Bijna zes op de tien werkstraffen worden opgelegd door correctionele rechters, ruim een derde is voor rekening van politierechters, de overige worden uitgesproken door een Hof van Beroep.

 

“Een werkstraf is vaak doeltreffender dan een boete of een gevangenisstraf, want uit meerdere binnen- en buitenlandse onderzoeken blijkt dat daders significant minder recidiveren na een werkstraf. Ze is ookzinvoller voor de betrokkene en brengt de maatschappij ook iets bij (gemeenschapsdienst onder de vorm van hulp in een bejaardentehuis, bij de gemeente, enz.).  Vooral voor jongeren en mensen met een vervangingsinkomen is een werkstraf veel effectiever dan een geldboete. Jongeren ondergaan op deze manier persoonlijk hun straf, daar waar anders de ouders opdraaien voor de meestal zware boeten. Niet-actieven beschikken dan weer over de tijd om een werkstraf uit te voeren”, zegt Sabien.

 

53% uitgevoerd binnen de 12 maanden in 2012, maar beterschap in 2013

 

“Een werkstraf in principe moet worden uitgevoerd binnen de 12 maanden. Een straf volgt immers best zo snel mogelijk op de uitspraak en liefst ook op de feiten, want anders verdwijnt het effect van een ‘zinvolle straf’”, zegt Sabien. Niet alle werkstraffen worden binnen die termijn uitgevoerd. Van de 9.750 mandaten, die in 2012 werden afgesloten, lukte dat in 53% van de gevallen. Dat percentage is vergelijkbaar met de voorgaande jaren.

 

“Er zijn verschillende oorzaken. Er zijn omstandigheden eigen aan de betrokkene. De werkstraf moet op zijn/haar maat gebeuren. Veroordeelden zonder job kunnen op korte termijn een lange werkstraf verrichten, maar voor iemand met een voltijdse job vergt dat andere inspanningen. Die laatste voert zijn werkstraf vaak tijdens het weekend uit, waardoor de volledige uitvoering bijgevolg gepaard gaat met een langere periode. In dergelijke gevallen wordt een verlenging van de uitvoeringsperiode gevraagd. De betrokkene kan ook opgesloten zitten wegens andere feiten, kan gezondheidsproblemen hebben, enz.”, licht Sabien toe.

 

“Daarnaast zijn er de wachtlijsten bij de justitiehuizen, die erop moeten toezien dat de veroordeelden ook effectief hun werkstraf uitvoeren. Gemiddeld genomen lagen er vorig jaar 1.300 werkstrafdossiers bij justitiehuizen waarvoor nog justitieassistenten moeten worden aangesteld (1.325 in januari 2012, 1.819 in juli 2012 en 747 in december 2012). Maar door een actieplan van minister van Justitie Annemie Turtelboom, met onder andere de aanwerving van extra justitieassistenten nadat tijdens de budgetcontrole in juli vorig jaar 1 miljoen euro extra werd toegekend voor strafuitvoering, zijn die wachtlijsten de afgelopen spectaculair afgenomen tot 226 dossiers in oktober van dit jaar!”