Wettelijke samenwoning eenvoudiger beƫindigen


Uit cijfers, die Sabien heeft opgevraagd bij minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon    (N-VA), blijkt dat het aantal personen, dat een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd, de laatste jaren stabiel blijft rond de 80.000 (79.245 in 2014, 80.496 in 2015 en 79.098 in 2016).   Het aantal personen, dat zo'n verklaring heeft beëindigd, stijgt wel: van 40.756 in 2014 over 43.458 in 2015 tot 46.157 in 2016.

"Maar in de praktijk blijkt dat een groot aantal samenlevingscontracten niet officieel, maar wel ‘de facto' wordt ontbonden. Koppels gaan uit elkaar zonder het contract te verbreken. Het gebeurt steeds vaker dat de dienst bevolking van de gemeente vaststelt dat de persoon met een samenlevingscontract al in een nieuwe relatie zit. Dat komt omdat veel koppels na hun breuk niet meer "in staat zijn" om samen naar de dienst bevolking te gaan om te verklaren dat de wettelijke samenwoning is beëindigd", zegt Sabien.

"Het is dan wel mogelijk voor één van beiden om dit te doen, maar de eenzijdige beëindiging moet dan door een deurwaarder betekend worden. Dit kost echter algauw ongeveer 180 euro en dit blijkt een struikelsteen te zijn. Het niet melden van de beëindiging kan echter belangrijke gevolgen hebben, bijvoorbeeld vruchtgebruik op woning bij plots overlijden van de partner ook al woont men ‘de facto' niet meer samen."

Daarom zou het volgens Sabien mogelijk moeten zijn dat de ambtenaar van de burgerlijke stand - in geval van eenzijdige beëindiging van de wettelijke samenwoning - de beëindiging niet meer moet laten betekenen aan de andere partij, maar er alleen kennis van moet geven bij aangetekende brief.

Steun van minister Geens

Sabien legde het voorstel voor aan minister van Justitie Koen Geens (CD&V), die ook stelt dat het niet wenselijk is dat een groot aantal samenlevingscontracten niet officieel maar wel ‘de facto' wordt ontbonden: "Er zijn drie aspecten belangrijk: wie het initiatief tot beëindiging kan nemen (iemand alleen of samen), de wijze waarop de beëindiging kan plaatsvinden (via een gezamenlijke verklaring of eenzijdig met betekening) en de gevolgen hiervan voor de wettelijk samenwonende partners. Beide partners moeten zich kunnen voorbereiden op de beëindiging van de wettelijke samenwoning, onder andere op het vlak van huisvesting, het gebruik van goederen die in onverdeeldheid zijn, mogelijke onderhoudsaanspraken en op het vlak van regelingen in verband met eventuele kinderen. Het lijkt mij dan ook wenselijk dat heel het systeem van de eenzijdige beëindiging wordt herbekeken, niet enkel vanuit het perspectief van de eenvoud, maar ook van de gevolgen voor de beide samenwonenden en de kinderen."

In het regeerakkoord is opgenomen dat er een duidelijk wettelijk kader komt voor de patrimoniale rechten en plichten van wettelijk en feitelijk samenwonenden. Minister Geens hoopt in het voorjaar met een tekst naar het parlement te komen.