Snelrecht binnen de week


Volgens het huidige snelrecht moet je binnen de twee maanden na je misdrijf voor de rechtbank verschijnen. Maximaal twee maanden later krijg je dan je straf. "Maar je moet hen binnen de week berechten, zoals ten tijde van het EK voetbal in 2000", stelt Lahaye-Battheu. Zij wil de maatregel - die na afloop vernietigd werd - nu herstellen. Eerder riep ook Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) daar al toe op. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werkt intussen zelf aan een hervorming van het snelrecht. Alleen vraagt hij zich bij het liberale voorstel wel af of 7 dagen een haalbare termijn is, met het oog op de rechten van de verdediging. Ook de Vlaamse Orde van Balies vreest daarvoor. "Het is een terechte vraag van de samenleving om relschoppers sneller te berechten, maar ook iemand die maar een kleine misdaad heeft begaan, heeft recht op een eerlijk proces. En hoe sneller het moet gaan, hoe minder dat gewaarborgd is."

Bron: Het Laatste Nieuws, woensdag 24 januari 2018, (ARA)



"Snelrecht moet sneller"

Relschoppers en winkeldieven binnen de 7 dagen voor de rechter: dat is wat Open Vld-parlementslid Sabien Lahaye-Battheu met haar wetsvoorstel rond snelrecht bepleit. Maar dat is toch wel heel snel, vreest de Orde van Vlaamse Balies.

November 2016. Zware rellen in de hoofdstad. Deze maand komt een deel van de aanstokers voor de rechter via een snelrechtprocedure. Snelrecht dient om eenvoudige misdrijven snel te bestraffen indien de dader bekend heeft of betrapt is op heterdaad. Daarbij is geen uitgebreid strafonderzoek nodig. Volgens het huidige snelrecht moet je binnen de twee maanden voor de rechtbank verschijnen. Binnen de vier maanden krijg je je straf. "Zo snel noem ik dat niet", zegt Open Vld-Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu. "Je moet die binnen de week berechten, zoals vroeger."

Vroeger, daarmee bedoelt ze ten tijde van het Europees Kampioenschap Voetbal in 2000. Toen was er een wet die het mogelijk maakte om hooligans en andere relschoppers binnen de zeven dagen te berechten. Maar het Grondwettelijk Hof vernietigde die wet, voornamelijk omdat bij zo'n snelle procedures de rechten van de verdediging niet verzekerd waren. Lahaye-Battheu wil die wet nu herstellen, een idee dat een maand geleden ook al geopperd werd door Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh (N-VA). Ook zij werkt momenteel aan een wetsvoorstel. "Snelrecht moet opnieuw snel worden", vinden ze allebei. "Zodat het maar vier tot zeven dagen duurt eer je berecht wordt en geen vier maanden."

Maar wat dan met de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof? "In mijn voorstel moeten de verdachte en zijn advocaat akkoord gaan om via snelrecht berecht te worden, net als in Frankrijk" aldus Lahaye-Battheu. "Als een week te snel is, dan kan de zaak vijftien dagen uitgesteld worden, zodat ze meer tijd hebben om zich voor te bereiden."

Niet haalbaar

Ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werkt aan een hervorming van het snelrecht, want ook voor hem moet het sneller. Wel vraagt hij zich bij dit voorstel af of zeven dagen een haalbare termijn is, met het oog op de rechten van de verdediging. Ook de Orde van Vlaamse Balies vreest daarvoor. "Wij zullen het voorstel bestuderen, maar het recht van de verdediging is essentieel", zegt woordvoerder Hugo Lamon. "Het is een terechte vraag van de samenleving om relschoppers sneller te berechten, maar ook iemand die maar een kleine misdaad heeft begaan, heeft recht op een eerlijk proces. En hoe sneller het moet gaan, hoe minder dat gewaarborgd is. Van de schermutselingen in Brussel hebben we dan wel bewijzen - camerabeelden bijvoorbeeld - maar langs de andere kant beweren sommige mensen ook dat zij er niks mee te maken hebben. Het is dus niet altijd zo simpel."

Bron: Het Laatste Nieuws, woensdag 24 januari 2018, (ARA)