Westhoek in 2020 in teken van wederopbouw


Tot en met oktober heeft de Westhoek dit jaar al 372.000 WO I-herdenkingsbezoekers over de vloer gekregen. Dit is 21 procent minder vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. "Die daling komt niet onverwacht gezien de enorme belangstelling voor de eeuwherdenking in 2018", zegt directeur Peter De Wilde van Toerisme Vlaanderen. "Ook door de Brexit wachten heel wat potentiële Britse bezoekers nu nog af wat er precies gaat gebeuren."

Stijging in bezoekers

In vergelijking met 2012, net voor de start van de herdenkingsperiode, noteert Westtoer wel een stijging van twintig procent voor de eerste tien maanden van dit jaar. 2018 was met 540.000 bezoekers het op een na drukst bezochte jaar van de vijfjarige herdenking. "Maar ook na 2018 blijft het herdenkingstoerisme belangrijk voor de Westhoek. Een deel van de groei die door de herdenkingsperiode tot stand kwam, wordt bevestigd in de cijfers voor dit jaar. Voor heel 2019 raamt Westtoer het herdenkingstoerisme op 415.000 tot 425.000 bezoekers. Dat is achttien procent boven het niveau van voor de eeuwherdenking, want tot 2013 kregen we gemiddeld 360.000 bezoekers per jaar over de vloer", weet De Wilde.

De Westhoek blikt dus tevreden terug op de grote opkomst voor de eeuwherdenking van de Groote Oorlog.

100 jaar Groote Oorlog

Voor de periode 2014-2018 noteerde het Kenniscentrum van Westtoer 2,8 miljoen bezoekers in de Westhoek. Het beeldjesproject CWRM in Ieper meegerekend, klokt de regio af op drie miljoen bezoekers in de voorbije vijf jaar. "Dat is een half miljoen bezoekers meer dan verwacht. De respectvolle manier waarop de Westhoek de Eerste Wereldoorlog heeft herdacht, heeft in binnen- en buitenland ruime weerklank gekregen. Dit werd ook opgemerkt door internationale media, zoals de New York Times en het NRC Handelsblad", gaat de directeur verder.

"Ook de tevredenheid van bezoekers scoorde hoog", voegt gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu daar aan toe. "Zo vond negentig procent van de bezoekers dat de regio met respect is omgegaan met het WO I-erfgoed."

Feniks

Maar daar stopt het dus niet voor het herdenkingstoerisme. De Westhoek staat in 2020 in het teken van de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog met een jaarprogramma van tentoonstellingen, evenementen en stadswandelingen. Met het project Feniks bundelen gemeenten en musea van de Westhoek hun krachten. Thematische tentoonstellingen en publieksevenementen vertellen het verhaal van de heropleving van de regio. Wandel- en fietsroutes nemen bezoekers mee langs de meest opmerkelijke wederopbouwsites in de Westhoek. Enkele unieke sites worden voor het eerst tijdelijk toegankelijk gemaakt voor het publiek. Feniks loopt van begin maart tot eind november. Het project wordt gerealiseerd met de financiële steun van het Departement Buitenlandse zaken en Toerisme Vlaanderen.

Steun

"Toerisme Vlaanderen blijft de komende jaren het herdenkingstoerisme ondersteunen. We zijn er van overtuigd dat Vlaanderen het verhaal van de Eerste Wereldoorlog moet blijven vertellen. Het is een verhaal dat mensen uit de hele wereld met elkaar en met onze regio verbindt. Vandaar onze forse steun van vijfhonderdduizend euro voor het Feniksproject, de volgehouden internationale communicatie over De Groote Oorlog in Vlaanderen en onze steun aan de opvolging van de bezoekersaantallen in de Westhoek."

Het opvolgen van die bezoekersaantallen gebeurt door het Kenniscentrum van Westtoer, in samenwerking met Toerisme Vlaanderen. Westtoer doet hiervoor een beroep op de cijfers van zes musea en vier begraafplaatsen in de Westhoek: het In Flanders Fields Museum, het Memorial Museum Passchendaele 1917, Talbot House, het Museum aan de IJzer, de Dodengang en Bayernwald enerzijds en Tyne Cot en Lijssenthoek Cemetery en de Duitse begraafplaatsen in Langemark en Vladslo anderzijds. Daarnaast worden sinds 2014 ook de bezoekers meegeteld die alleen Westfront in Nieuwpoort hebben bezocht.

Bron: Het Laatste Nieuws, 7 november 2019.