Ontdek hoe Westhoek uit zijn as herrijst na WOI


"De Ieperse Lakenhalle is meteen ook het belangrijkste object van de expo", zegt curator Dominiek Dendooven. "Na haar vernietiging in 1914 ontstond al tijdens de Eerste Wereldoorlog een hevige discussie over de heropbouw van het middeleeuwse bouwwerk. Vooral vanuit Britse hoek ontstond het idee om de Lakenhalle als een ruïne te bewaren. Anderen waren van mening dat de bouw van een nieuw, modern monument hun plaats moest innemen. De Ieperlingen zelf hadden maar één wens: het verwoeste gebouw in al zijn glorie reconstrueren. Vandaag zijn de Lakenhalle hét symbool van de wederopbouw en dus de geschikte plaats om een tentoonstelling over het onderwerp te herbergen."

Het duurde tot 1967 voor de Lakenhalle uit zijn as herrees. Ondertussen ging de heropbouw van de huizen in de regio veel sneller. "De meeste dorpen en steden stonden tegen het midden van jaren 1920 terug op de kaart", klinkt het. "Dat is verrassend snel, zeker als je rekent dat in heel België 250 gemeenten verwoest waren en minstens 80.000 woningen volledig vernield. In de Westhoek was de hele streek tussen Nieuwpoort en Komen volledig verdwenen. Filmbeelden geschoten uit een zeppelin in 1919, te zien in de tentoonstelling, liegen niet. Toch was de wederopbouw geen rechtlijnig proces." Dat laatste wordt in de tentoonstelling gesymboliseerd door een enorme zigzagwand.

175 foto's en objecten

De expo is opgebouwd rond verschillende thema's, zoals ‘Leven tussen de ruïnes', ‘Het terrein effenen', ‘Steden bouwen' en ‘Toerisme'. Er zijn in totaal 175 objecten en foto's te zien. Tussen alle voorwerpen is een metalen trommel voor de lotenlening te vinden. "De Belgische regering schreef lotenleningen uit om de herstelbelastingen te dekken", weet de curator. "Met geld dat de regering ophaalde, werden de verwoeste gewesten hersteld. Elk jaar betaalde de overheid een aantal loten van de lening terug. Wie uit de trommel werd geloot, kreeg dat jaar zijn geld terug. De laatste terugbetaling vond plaats in mei 2013."

De foto's van de Ieperse fotografen Maurice en Robert Antony lopen als een rode draad doorheen de tentoonstelling. "Zij staan vooral bekend als de fotografen van de verwoesting van Ieper, maar ze waren evenzeer fotografen van de wederopbouw", verduidelijkt Piet Chielens van IFFM. "Die beelden zijn niet alleen historisch zeer interessant, maar hebben ook een artistieke waarde. "

Veerkracht

"Wederopbouwen is meer dan alleen een verhaal van gebouwen. Het is bovenal een verhaal van mensen", vervolgt Dominiek Dendooven. "Dat de Westhoek in een korte tijd herleefde, was namelijk vooral te danken aan de veerkracht van de bevolking. Dat komt tot uiting in de tentoonstelling zelf. Bijvoorbeeld aan de hand van het dagboek van Karel Balduck, die ondanks de verwoesting de juwelen die hij in 1914 had verborgen terugvond. Bouwplannen en blauwdrukken van architecten worden aangevuld met objecten die mensen gebruikten om hun eigen woning herop te bouwen of hun landbouwpercelen gebruiksklaar te maken."

Themajaren

"Met de eeuwherdenking ‘100 jaar Groote Oorlog' tussen 2014 en 2018, hebben we nationaal en internationaal hoge ogen gegooid", zegt Sabien Lahaye-Battheu, West-Vlaams gedeputeerde voor Toerisme en voorzitter van Westtoer. "Al tijdens en vóór deze periode waren we ervan bewust dat de aandacht voor dit belangrijke thema aangehouden moest worden, ook na 2018. In de komende periode willen we de herdenking van de Eerste Wereldoorlog actueel houden aan de hand van driejaarlijkse themajaren. Voor het eerste themajaar wordt ingezet op het verhaal van de wederopbouw van de regio."

Info: www.inflandersfields.be, www.feniks2020.be.

Bron: Het Laatste Nieuws, 9 maart 2020.