98-jarige veteraan zamelt met wandeling geld in voor Talbot House


"George, je bent een ster." Simon Louagie van Talbot House stak zijn bewondering en dankbaarheid voor de 98-jarige WO II-veteraan George Sutherland niet onder stoelen of banken nadat de oude man een tocht maakte van Lijssenthoek Military Cemetery tot aan de ‘Every Man's Club' Talbot House in het centrum van Poperinge. De veteraan ondernam de actie om geld in te zamelen voor het Talbot House, dat zwaar getroffen wordt door de coronacrisis. De club, die in 1915 werd opgericht door Britse aalmoezeniers en tijdens de grote oorlog heel wat soldaten en officieren een moment van rust gaf, startte onlangs een crowdfunding op met de bedoeling om 100.000 euro te verzamelen. George wilde met zijn onderneming een kleine bijdrage leveren aan de redding van het huis. "Maar ik deed het ook om alle mannen die zijn gesneuveld te herdenken. Talbot House mag om die reden nooit verdwijnen", aldus George.

Spannend en gevaarlijk

De tocht begon aan het Lijssenthoek, waar George onmiddellijk aan de praat geraakte met de Britse militair attache Captain Justin Fowler van de UK Royal Air Force. Ook de Schot diende tijdens WO II bij de luchtmacht. "Ik heb zeer goede herinneringen aan mijn tijd bij de RAF", vertelde de oude soldaat, die werd geboren uit het huwelijk van een Belgische moeder en een Schotse vader. George vluchtte bij het uitbreken van WO II naar het noorden van Frankrijk, waar hij in Boulogne de boot kon nemen naar Engeland. "Ik kreeg een opleiding als vliegtuigmonteur en werkte aan Mosquito-bommenwerpers, die helemaal uit hout waren gemaakt."

Het werk van Leading Aircraftman Sutherland was zowel een spannend als een gevaarlijk karwei, omdat er voortdurend aanvallen werden gepleegd op de landingsbanen. Eind 1944 slaagde hij erin een heel konvooi langs de Frans-Belgische grens om te leiden, zodat ze door zijn geliefde Poperinge zouden passeren. Zijn vrienden juichten hem toe toen hij zijn geliefde, die hij aan het begin van de oorlog had moeten achterlaten, kwam opzoeken. Ze trouwden iets later, een feestje dat niet snel vergeten werd aangezien Veldmaarschalk Montgomery toevallig in de stad bleek te zijn. De man was een tijdje gestationeerd op het vliegveld van Wevelgem en kwam toen dagelijks naar huis met de trein.

Na de oorlog trad George, net als zoveel andere soldaten, in dienst bij de Imperial War Graves Commission - wat nu de Commonwealth War Graves Commission is - om de graven van gesneuvelde collega's te verzorgen. Samen met zijn vader en later zijn zoon Alex was hij vaak te zien op Lijssenthoek. "Ik werkte hier 40 jaar en hoorde hier veel triestige verhalen. Veel Britten kwamen het graf van hun geliefde familielid bezoeken. Dit is heilige grond voor mij en mijn hele familie."

Dankbaar

Na de Eerste Wereldoorlog, vanaf 1930, ging George vaak mee met zijn vader naar het Talbot House. Ook op het einde van WO II ging Georges terug naar de ‘Every Man's Club', maar dan als soldaat. Later werkte hij er in de tuin en tot vandaag blijft hij er vaste gast. Tijdens zijn tocht passeerde hij zijn geboortehuis en kreeg hij applaus van heel wat inwoners. Tussen de supporters ook gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu, die van Georges een elleboogje als begroeting kreeg.

"Toen we hoorden dat George de wandeling wilde doen, waren we verbaasd, maar ook een beetje bezorgd", zegt Jan Louagie, medewerker van het Talbot House. "Maar de man stelde ons onmiddellijk gerust. Hij zei nog fit te zijn, want ooit speelde hij voetbal. We zijn hem enorm dankbaar omdat hij nieuwe perspectieven opent voor ons. Dankzij zijn inspanningen komen we dichter bij de beoogde 100.000 euro die we proberen te verzamelen. Maar veel belangrijker dan het geld is dat George een inspiratie kan zijn voor ons allemaal. George is de belichaming voor wat Talbot House staat: hij brengt hoop in een moeilijke periode."

Bron: Het Laatste Nieuws, 7 mei 2020.

 

Heldenontvangst voor veteraan George (98), de Vlaamse captain Tom 

" I'm fit, you know." Na 98 jaar en talloze heldendaden is George Sutherland inderdaad nog in prima conditie. De Poperingse Schot wandelde vrijdag van zijn oude werkplaats Lijssenthoek Military Cemetery naar Talbot House om zijn "home from home" te redden van de coronavijand.

Onder luid applaus en op de tonen van God Save the Queen onthaalden de Poperingenaars hun held George Sutherland, die door de politie veilig werd begeleid. George lachte zijn tanden bloot, stak zijn duim op en trakteerde gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu zelfs op een elleboogje langs de kant van de weg.

"Ik de Vlaamse Captain Tom? Ik ben nog geen honderd, hé. En ik ben een Schot, die diende voor de luchtmacht." George groeide in Poperinge uit tot een volksfiguur. Elke dag gaat de gentleman - keurig gekleed - wandelen in zijn streek. "I want to look smart", zegt hij. (Ik wil er knap uitzien, nvdr.) Wie hem tegen het lijf loopt, kan uren staan luisteren naar straffe verhalen in zijn sappig dialect, een mix van West-Vlaams en Schots.

Talbot House

George is geboren uit het huwelijk tussen een Belgische dame, die aan de overkant van de veldhospitalen in het Poperingse Lijssenthoek woonde, en een Schotse man die daar tijdens de Eerste Wereldoorlog diende. Na de Wapenstilstand verzorgde zijn vader er de graven van zijn gesneuvelde collega's.

"Ik begon op mijn zeventiende te werken op Lijssenthoek Military Cemetery, op een boogscheut van het café waar ik geboren werd. In onze vrije tijd bezochten mijn vader en ik geregeld Talbot House, de Britse Every Man's Club, waar ik collega-veteranen, pelgrims, schoolkinderen en Britse royals mocht ontmoeten."

Talbot House werd in 1915 opgericht door Britse aalmoezeniers en werd een home from home voor meer dan een half miljoen vermoeide Tommies, die hun thuisland misten. Ze ontmoetten er vrienden, ongeacht hun rang, dronken een kopje thee, schreven brieven naar huis, genoten van een mooi onderhouden tuin en speelden piano. Op zolder bood een kapel enige troost en hoop voor de mannen, die terug moesten naar de loopgraven.

Sinds de heropening van de club in 1931, is de club een levend museum waar je ook kan overnachten. Jaarlijks komen er duizenden pelgrims en toeristen over de vloer die er een warme thuis vinden, net zoals toen. Het is een authentieke Britse parel uit de oorlogsjaren. Het huis investeerde eind vorig jaar in een nieuwe permanente tentoonstelling en verwachtte dit voorjaar heel wat bezoekers. De onverwachte sluiting door de coronacrisis is een flinke streep door de rekening en zet het voortbestaan van Talbot House op de helling, want het huis draait bijna alleen op inkomsten van bezoeken en overnachtingen.

Gezicht van reddingsoperatie

George werd het gezicht van de reddingsoperatie. Met een symbolische wandeling van zijn begraafplaats naar zijn home from home probeerde hij voldoende geld op te halen. Zijn stunt werd ingepland op VE-day, waarop het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa wordt gevierd. En dat is niet toevallig.

"Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtte ik uit Poperinge en werkte als vliegtuigmonteur bij de Britse luchtmacht. Gevaarlijk werk, omdat er voortdurend aanvallen werden gepleegd op de landingsbanen. Ik kon ooit een piloot redden uit een brandende cockpit, maar veel vrienden werden uit de lucht geschoten boven Duitsland en zag ik nooit meer terug. Ik wandel ook om hen te eren. Lastig? I can take a punch. (Ik kan wel tegen een stoot, nvdr.)"

George vertrok vanop Lijssenthoek Military Cemetery met zijn zoon, die ook op de begraafplaats werkte. "Ik ben blij dat Alex nu letterlijk in mijn voetsporen treed. Door de co­ronacrisis is het zeven weken geleden dat ik hem nog gezien heb."

George passeerde zijn geboortecafé en werd - net als 76 jaar geleden - onthaald als een bevrijder en een symbool van hoop in de binnenstad. De tocht eindigde in Talbot House, waar hij uitblies in de tuin met a cup of tea. "Hier doe ik het voor. Om deze way of life en living history in stand te houden voor latere generaties."

100.000 euro ingezameld

Dat vinden ook honderden schenkers van over heel de wereld, die bijna 100.000 euro verzamelden voor de reddingsoperatie van Talbot House. En George, die krijgt straks een eigen plekje in het museum.

Bron: Het Nieuwsblad, 7 mei 2020.