Vice-premier Reynders maakt opening in dossier grensarbeiders.


Minister Reynders zette in de commissie Financiën in zijn antwoord op een vraag van Lahaye-Battheu voor het eerst de deur open om overgangsmaatregelen voor bedrijven bespreekbaar te stellen.

 

Vandaag kreeg dit groen licht, en op vraag van het Poperings Kamerlid ontvangen de bevoegde ministers volgende week een delegatie van West-Vlaamse ondernemers.  

 

Het verhaal is intussen bekend. Met de ondertekening van het avenant bij de overeenkomst tussen België en Frankrijk over de Franse grensarbeiders, wordt voor de Franse werknemers die in ons land komen werken een overgangsregeling van 25 jaar voorzien. Vanuit alle hoeken schreeuwen ook de bedrijven om een overgangsregeling. De Fransen zullen hun netto-inkomen door de nieuwe regeling sterk zien dalen, waardoor zij niet langer geneigd zullen zijn om de grens over te steken. Nochtans zijn het deze arbeidskrachten die op vandaag het al bestaande tekort in de Belgische industriële grensregio opvangen. Zo recruteerden sommige bedrijven vorig jaar gemiddeld bijna 60% Fransen, wat een stijgende tendens is.

 

De intergewestelijke mobiliteit tussen Vlaanderen en Wallonië, waarnaar minister Reynders telkens verwijst, is spijtig genoeg nog steeds zo goed als nihil. Het kan dan ook niet dat de natuurlijke toestroom van over de grens op 31 december as. wordt afgesneden, wat de regio in grote problemen zou brengen.

 

De volksvertegenwoordiger rekent erop dat er zeker overgangsmaatregelen en een overgangsperiode zullen worden toegepast.