Vandeurzen geen voorstander van Brits systeem elektronisch toezicht


Sabien Lahaye-Battheu: Mijnheer de minister, ik heb deze vraag ingediend naar aanleiding van de studiedag over de strafuitvoeringsrechtbanken. Deze keer is het geen vraag over wachtlijsten of personeelsuitbreiding bij de justitiehuizen. Het gaat om de vergelijking met het systeem van elektronisch toezicht in Groot-Brittannië.

 

Het is bekend dat het budget van Justitie vandaag al kreunt onder de zeer hoge personeelskosten. U hebt twee weken geleden aangekondigd en bevestigd dat er 85 maatschappelijk assistenten extra worden aangeworven en dat er nog een tweede golf komt vanaf het verlof om het werk rond het elektronisch toezicht in de justitiehuizen uit te voeren. De taak van de maatschappelijk assistenten bestaat eigenlijk uit het controleren van de voorwaarden.

 

Wat betreft de controle op de uurroosters, staan in Groot-Brittannië privéfirma's in voor de louter technische controle. Zij gaan na waar de veroordeelde onder elektronisch toezicht zich bevindt en of hij of zij de uurroosters respecteert. Op die manier kunnen in Groot-Brittannië controleurs dag en nacht worden ingezet en flexibel inspelen op de schommelingen in het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht.

 

Vandaag had ik u gewoon willen vragen wat u vindt van dit systeem waarbij de louter technische controle 24 uur op 24 door privéfirma's wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de dossieropvolging natuurlijk verder gebeurt door de maatschappelijk assistenten van de justitiehuizen. Bent u dat principe goed gezind? Zou u eventueel een pilootproject overwegen?

 

Jo Vandeurzen: Ik steun dit principe niet want het is nog steeds wettelijk verankerd dat de overheid instaat voor de strafuitvoering. Aan dit principe kan volgens mij niet worden getornd. De privéfirma's leveren op dit moment toezichtmaterieel en het bijkomende controleprogramma maar de controle zelf gebeurt expliciet door ambtenaren van Justitie die rapporteren aan de opdrachtgevers. Dat is ook heel belangrijk. Zij moeten die gegevens kunnen doorgeven aan de opdrachtgevers, de gevangenisdirecteurs, de strafuitvoeringsrechtbanken of anderen die instaan voor de opvolging van de controle van de strafuitvoering.

 

Ik ben dus ook niet van plan om in die richting een pilootproject te overwegen. Het is misschien wel juist dat Justitie de uitgaven voor personeel vervangt door uitgaven voor dienstverlening maar dat blijft uiteraard een budget dat ter beschikking moet worden gesteld.

 

Dat is mijn overtuiging. Ik denk echter ook dat het niet verstandig zou zijn om het debat over de uitbreiding van de capaciteit en de aanwervingen die we daarvoor moeten doen opnieuw te vermengen met een ander debat. Dan riskeren we nog maanden immobilisme. Dat is niet mijn keuze. De keuze is gemaakt in de beleidsnota zoals die is toegelicht. We gaan voor een capaciteitsuitbreiding en we moeten een aantal wettelijke maatregelen nemen om toe te laten dat het NCET adequater kan reageren. Zoals afgesproken zullen we tegen het parlementair reces een round-up geven van de vooruitgang die we geboekt hebben.