Familierechtbank nog niet voor morgen


"Begin volgend jaar kom ik met een concreet voorstel om per arrondissement een familierechtbank op te richten", antwoordde staatssecretaris voor het Gezinsbeleid Melchior Wathelet (CDH) vanmorgen tijdens de bespreking van zijn beleidsnota op een vraag van Sabien.

 

"De oprichting van een familierechtbank werd vroeger en ook in de beleidsnota Gezinsbeleid van april van dit jaar al in het vooruitzicht gesteld. Het bleef voorlopig bij een eerste verkennende vergadering met deskundigen op 23 oktober; volgende week donderdag 18 december vindt er een tweede bijeenkomst plaats", zegt Sabien.

 

De familierechtbank (met de mogelijkheid om zittingen achter gesloten deuren te laten plaatsvinden) moet enerzijds de versnippering van bevoegdheden in familiezaken tussen het vredegerecht, de rechtbank van eerste aanleg, de burgerlijke rechtbank en de jeugdrechtbank een halt toeroepen en anderzijds een aantal procedures versoepelen.

 

In afwachting van de oprichting van een familierechtbank heeft Sabien een wetsvoorstel ingediend dat bepaalt dat gerechtelijke procedures die slaan op familiezaken nu al achter gesloten deuren zouden kunnen plaatsvinden en minderjarigen verplicht en in aangepaste omstandigheden zouden kunnen worden gehoord.

 

Gesloten deuren

 

De wetgever kan al heel wat uitzonderingen maken op de algemene regel van de openbaarheid van zittingen. "Om de belangen van minderjarigen te beschermen of om het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven van partijen te waarborgen verlopen bijvoorbeeld de zitting in de procedure van echtscheiding wegens onherstelbare ontwrichting en de zitting inzake vorderingen tussen echtgenoten met betrekking tot wederzijdse rechten en verplichtingen en het huwelijksvermogensstelsel al achter gesloten deuren", zegt Sabien.

 

"Maar er is nood aan een eenvormige regeling voor álle familiezaken. Alle procedures inzake onder andere voogdij over minderjarigen, echtscheiding (scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen), einde samenwoonst met kinderen, uitkeringen tot levensonderhoud en vorderingen met betrekking tot de afstamming moeten achter gesloten deuren plaatsvinden. Gevoelige familiethema's, zoals de redenen voor scheiding, de verblijfsregeling voor de kinderen, enz. blijven op die manier binnenskamers. Dit getuigt van een groter respect voor de gevoeligheden en de privacy. De rechter moet natuurlijk altijd kunnen teruggrijpen naar de regel van de openbaarheid van zittingen."

 

Horen minderjarigen

 

"De rechtbank moet de minderjarige van minstens 12 jaar horen in iedere procedure die het kind aanbelangt. De minderjarige, die jonger is dan 12 jaar en die in staat is zijn mening te vormen, kan bij beslissing van de rechter worden gehoord. Wanneer hij of zij zelf een verzoek richt aan de rechtbank, kan het onderhoud niet worden geweigerd", aldus Sabien.

 

"Vandaag bestaat de mogelijkheid dus al, maar alleen de jeugdrechter is verplicht om kinderen van minstens 12 jaar te horen in een hangende procedure. Ook al kwijten de meeste rechters zich prima van die taak, toch zou het goed zijn dat – naast het invoeren van een verplichting om te horen (ook bijvoorbeeld voor de vrederechter en de kortgedingrechter) - de wet ook voorziet dat het horen gebeurt in een speciaal daartoe uitgeruste kamer om de kinderen op hun gemak te stellen", besluit Sabien.

 

In ons land maken jaarlijks 35.000 minderjarige kinderen een scheiding mee van hun ouders. Zij zijn vaak de dupe van de ruzies tussen hun ouders. Met dit wetsvoorstel wil Sabien de betrokkenheid van het kind tijdens de gerechtelijke procedure versterken. Het is immers de rechter die een beslissing moet nemen over het ouderlijke gezag en de verblijfsregeling van het kind. Gehoord worden kan het kind helpen de breuk makkelijker te verwerken.