Grootouders steeds vaker naar jeugdrechter om kleinkinderen te mogen zien


Volgens artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek, ingevoerd in 1995, hebben grootouders recht op dit contact. In geval van conflict beslist de jeugdrechter in het belang van het kind.

 

Sabien: "Het recht op persoonlijk contact kan bijvoorbeeld aan de grootouders ontzegd worden wanneer kan worden bewezen dat ze misbruik zouden maken van dat recht om hun kleinkind op te hitsen tegen de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf heeft, om deze ouder zo in een slecht daglicht te proberen stellen, of om hun kleinkind in contact te brengen met een ouder aan wie het omgangsrecht gerechtelijk werd ontzegd."

 

Wallonië neemt bijna de helft van de zaken voor zijn rekening. De meeste van de vorderingen situeren zich dan ook in het rechtsgebieden van Bergen (190) en Luik (112), gevolgd door Gent (129), Brussel (123) en Antwerpen (110). Wat de gerechtelijke arrondissementen betreft valt het hoge aantal rechtszaken op in Charleroi (107), gevolgd door Brussel (105) en Luik (59). In Vlaanderen springt de verdubbeling van het aantal zaken in Antwerpen (24 in 2006 en 48 in 2007) en de verviervoudiging in Kortrijk (7 in 2006 en 28 in 2007) in het oog.

 

Als advocate is Sabien ook al in aanraking gekomen met problematische contacten tussen grootouders en hun kleinkinderen. "Die doen zich niet alleen voor bij gescheiden ouders, maar ook bij samenwonende ouders, wanneer er een verwrongen relatie is met de grootouders, wat spijtig genoeg meer en meer voorkomt. Ook doen er zich problemen voor wanneer de grootouders scheiden. De kinderen kiezen dan vaak partij voor één van hen, waardoor de andere zijn of haar kleinkind minder te zien krijgt. Tenslotte komt het omgangsrecht van grootouders soms in het gedrang wanneer hun kind overlijdt en de andere ouder de contacten met de grootouders laat verwateren of afbreekt", aldus Sabien, die erop wijst dat grootouders nochtans voor continuïteit en houvast in het leven van kinderen zorgen en de wortels van hun levensboom zijn."

 

Onlangs bleek ook al uit een parlementaire vraag van Lahaye-Battheu dat, wanneer alle burgerrechtelijke zaken bij de jeugdrechtbanken in beschouwing worden genomen, het aantal zaken tussen 2006 en 2007 is gestegen met meer dan 10%, van 13.559 tot 14.914. "Het toenemend aantal rechtszaken zorgt natuurlijk voor langere wachttijden. Daarom hebben de jeugdrechtbanken zeker versterking nodig", aldus Sabien.