Onduidelijkheid troef rond verbeurdverklaringen


De rechtbank in Kortrijk veroordeelde gewezen treinmachinist Michel B. (55, zonder vaste verblijfplaats) tot 42 maanden cel en een boete van 5.500 euro. Hij ziet ook 77.125 euro verbeurd verklaard uit zijn vermogen. De man had op het failliete landbouwbedrijf van Frans M. (38) uit Dentergem een cannabisplantage opgezet. De failliete boer kreeg twaalf maanden waarvan de helft met uitstel, een boete van 2.750 euro en een verbeurdverklaring van 5.000 euro. Tussenpersoon Filiep P. (59) uit Meulebeke kreeg dezelfde straf opgelegd. De broers Marc (46, Kortrijk) en Sacha R. (41, Waregem), die toezicht hielden op de plantage, werden veroordeeld tot elk zes maanden, een boete van 2.750 euro en respectievelijk een verbeurdverklaring van 2.000 euro en 3.000 euro.

 

Dergelijke berichten verschijnen met de regelmaat van de klok in de kranten. Sabien: "Dat er aan de inning van strafrechtelijke boetes iets fundamenteel schort, bracht ik enkele maanden geleden al aan het licht (7 op de 10 worden niet geïnd). Om te weten wat er met de veelvuldig uitgesproken verbeurdverklaringen (soms astronomische bedragen) gebeurt, richtte ik een parlementaire vraag aan minister van Justitie Stefaan De Clerck en minister van Financiën Didier Reynders."

 

Verbeurdverklaringen

 

Bij verbeurdverklaringen worden bepaalde zaken, die in verband staan met het misdrijf, aan de veroordeelde ontnomen en toegekend aan de staat. Ze wordt toegepast op:

- zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken en zaken die gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf (wanneer zij eigendom van de veroordeelde zijn) of

- zaken die uit het misdrijf voortkomen en op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en de inkomsten uit de belegde voordelen (voor zover zij door de procureur des Konings schriftelijk wordt gevorderd).

 

 

Indien de zaken niet kunnen worden gevonden in het vermogen van de veroordeelde, raamt de rechter de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend bedrag. Hij of zij wordt veroordeeld tot betaling van dat door de rechter geraamde bedrag, indien hij of zij schuldig werd bevonden aan misdrijven die vaak gepaard gaan met een financieel groot voordeel zoals drughandel, btw-fraude, witwassen, wapenhandel, omkoping, mensenhandel, hormonenhandel enz. Met die betaling durft het nogal eens fout lopen…

 

Onduidelijkheid troef

 

"Op mijn parlementaire vraag hoeveel verbeurdverklaringen (en voor welk bedrag) per correctionele rechtbank en hof van beroep werden uitgesproken in 2006, 2007 en 2008 moet minister van Justitie Stefaan De Clerck het antwoord schuldig blijven. "Het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting beschikt niet over cijfers met betrekking tot verbeurdverklaringen, noch de bedragen in verband ermee", luidt zijn antwoord", aldus Sabien.

 

"Ook minister van Financiën Didier Reynders heeft geen zicht op voor welk bedrag er in die jaren verbeurdverklaringen zijn uitgesproken. Wel gaf hij aan dat die gegevens "misschien" beschikbaar zijn bij het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en Verbeurdverklaring (COIV) bij de FOD Justitie. Navraag bij het COIV leert me echter dat dat helaas niet zo is", stelt Sabien vast.

 

 

Ook welk bedrag aan vermogensvoordeel in diezelfde jaren effectief door de Ontvanger van de Penale Boeten werd aangerekend door de Staat is niet bekend. "Wat betreft de in te vorderen sommen beschikt de administratie in de huidige stand van zaken over geen statistieken. Deze zullen beschikbaar zijn zodra het ICT-investeringsproject STIMER (Geïntegreerd systeem voor de inning en invordering ten behoeve van meerdere entiteiten binnen de FOD Financiën) zal zijn geïmplementeerd", luidt het antwoord van Reynders", zegt Sabien.

 

"Op mijn vraag welk bedrag aan vermogensvoordeel in diezelfde jaren effectief werd geïnd door de Staat kon minister Reynders wel een antwoord geven: 6.727.260,07 euro in 2006 en 11.622.414,17 euro in 2007", aldus Sabien. "Navraag bij de FOD Financiën leert me dat deze verdubbeling praktisch volledig toe te schrijven is aan het kantoor der domeinen te Antwerpen. Het aantal vonnissen en arresten met verbeurdverklaringen neemt daar naar verluidt toe en ook de sommen waarover het gaat zijn aanzienlijk (Antwerpen kent de specifieke context van de diamantsector, die naar verluidt gemakkelijker zou betalen dan anderen)."

 

Maatregelen

 

Om te voorkomen dat veroordeelde criminelen erin slagen verbeurdverklaarde gelden en goederen tijdig te laten verdwijnen, breidde de regering onlangs de bevoegdheden van het (COIV) uit. Het COIV zal binnenkort bij een verbeurdverklaring de solvabiliteit van veroordeelden kunnen onderzoeken en hun bankrekeningen tijdelijk kunnen bevriezen.

 

"Een stap in de goede richting, maar ook het STIMER-project van minister Reynders moet weldra op kruissnelheid komen, om de registratie van in te vorderen en geïnde verbeurdverklaringen (en strafrechtelijke boetes) te verbeteren. Het is onbegrijpelijk dat men daarop nu geen zicht heeft", aldus Sabien.

 

"Eind mei liet de minister mij weten dat alvast de module Penale Boetes van dat STIMER-project vanaf 1 juni 2009 in een aantal kantoren worden getest, in een reële en operationele omgeving. In dit stadium zou worden gewerkt met gegevens van afgewerkte dossiers en zal in elke stap van het proces worden nagegaan of de applicatie levert wat wordt verwacht. Vanaf 1 oktober 2009 zou het programma operationeel worden gebruikt in een aantal kantoren, in een gecontroleerde omgeving. In dit stadium zal worden gewerkt met nieuwe vonnissen of arresten, waarvan het aantal zal worden beperkt door te beginnen met enkel de correctionele rechtbanken of de hoven van beroepen. Vanaf 1 januari 2010 zou de toepassing in alle kantoren worden gebruikt voor alle strafuitspraken. Direct na het reces, in oktober, zal ik minister Reynders aangaande die module Penale Boetes een stand van zaken vragen en zijn reactie vragen op de onduidelijkheid rond de verbeurdverklaringen."

 

COIV

 

Over het COIV (zie hierboven) stelde Sabien in 2006 al eens een parlementaire vraag aan toenmalig minister van Justitie Laurette Onkelinx. Haar antwoord van destijds:

 

Het COIV heeft vier basisopdrachten: advies, bijstand en vorming; het verwerken van gegevens over de inbeslagneming en de verbeurdverklaring in een databank; het beheren van bepaalde in beslag genomen goederen, waaronder de verkoop van zulke goederen na toelating van de instrumenterende magistraat; het coörrdineren van de tenuitvoerlegging van de verbeurdverklaring.

 

Uit de databank van het COIV blijkt dat tussen september 2003 en september 2006 voor meer dan 400 miljoen euro aan inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen werden aangemeld. Dit betreft een absoluut bruto-cijfer, waarbij de volgende voorbehouden moeten geformuleerd worden:

 

— een deel van de in beslag genomen gelden werd reeds teruggegeven, maar de teruggegeven bedragen zijn niet in mindering gebracht van dit cijfer. Met betrekking tot goederen die het COIV niet zelf beheert, wordt het slechts zelden ingelicht over een teruggave door de instrumenterende magistraat;

 

— een aanzienlijk deel van de verbeurdverklaringen zal nooit kunnen uitgevoerd worden. Dit is meestal zo in dossiers waarin op voorhand geen inbeslagneming is gebeurd en in dossiers met een verplichte verbeurdverklaring, zoals witwassen;

 

— niet alle beslagstaten en zeker niet alle vonnissen en arresten houdende verbeurdverklaring worden aan het COIV aangemeld. In de realiteit zal de «omzet» nog hoger liggen.

 

Wanneer men anderzijds met "omzet" bedoelt, het bedrag dat het COIV op zijn rekeningen heeft staan en dus zelf beheert, dan is het antwoord dat op deze rekeningen thans een bedrag staat van 78.500.000 euro.

 

Dit bedrag, dat dagelijks wisselt in functie van bijstortingen en teruggaven, is samengesteld uit drie delen:

- afgerond 71.000.000 euro uit in beslag genomen gelden,

- 5.000.000 euro uit de opbrengst van beheersmaatregelen, voornamelijk vervreemdingen, en

- 2.500.000 euro uit verbeurdverklaarde gelden die gereserveerd zijn voor de Domeinen

(thans : entiteiten Patrimoniumdiensten en Niet-fiscale invordering van de FOD Financiën).

 

Van die 78.500.000 euro is ongeveer 76.000.000 euro nog in beslag, hetzij rechtstreeks, hetzij na vervreemding; 2.500.000 euro is reeds verbeurd verklaard.

 

Tijdens het beslag blijven de in beslag genomen goederen nog eigendom van de beslagene. Het COIV moet de hem toevertrouwde goed beheren in afwachting van de latere beslissing (teruggave aan de beslagene, verbeurdverklaring, toewijzing aan de slachtoffers, enzovoort).

 

Wat het COIV dus uiteindelijk aan de Domeinen kan overmaken, hangt sterk af van het aantal definitieve vonnissen van verbeurdverklaring dat het COIV bereikt.

 

De verkopen van het COIV betreffen allerhande waardevolle goederen die hetzij in waarde verliezen bij langdurig beslag, hetzij onevenredige kosten veroorzaken met betrekking tot hun bewaring. De grote meerderheid van vervreemdingen betreft voertuigen (259). Daarnaast werden ook onroerende goederen (4) en een diversiteit van andere goederen (18) verkocht. Tot deze laatste behoren onder ander andere elektronica, textiel, wijn en huishoudtoestellen. De totale waarde van de vervreemdingen bedraagt op dit moment ongeveer 5.000.000 euro.

 

Onkelinx antwoordde destijds dat de opbrengsten uit vervreemding globaal gezien groot genoeg zijn. Voorafgaand aan elke verkoop gebeurt er een minimumschatting van de te

verkopen goederen. Het is uitzonderlijk dat deze minimumschatting niet behaald wordt.

 

De vervreemdingen van het COIV gebeuren concreet door de entiteit Patrimoniumdiensten van de FOD Financiën. Behoudens voor wat de verkoop van effecten betreft, hebben zij een exclusiviteit als lasthebber van het COIV.

 

Het is dus de FOD Financien die, op eigen verantwoordelijkheid, instaat voor de goede organisatie van de verkopen. De toekomstige verkopen van roerende goederen worden op - voorhand gepubliceerd op de website www.patrimoniumdiensten.be. In functie van elk dossier wordt verder geopteerd hetzij voor een openbare verkoop bij opbod, hetzij voor een inschrijvingsprocedure. In functie van de globale resultaten, komt het voor dat deze inspanningen afdoende zijn.