In afgelopen 5 jaar slechts 26 veroordeelden verplicht overgebracht naar land van herkomst


De wet van 2005 is een bevestiging van het aanvullend protocol bij het overbrengingsverdrag van veroordeelde personen uit 1997 en maakt het mogelijk buitenlandse gedetineerden, op initiatief van het land waar de veroordeling werd uitgesproken, over te brengen naar het land van oorsprong, indien het betrokken land daarmee instemt. De wet werd toen ingevoerd om de overbevolking van onze gevangenissen tegen te gaan, maar voorlopig blijft het resultaat beperkt.

"Te weinig personen werden overgebracht", reageert Sabien. "De regering moet van deze transfers een prioriteit maken. De ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken moeten meer gaan samenwerken. Op 15 december 2009 hadden van de 10.533 gedetineerden in onze gevangenissen 6.051 de Belgische nationaliteit. Er zaten op dat moment dus 4.482 niet-Belgische gedetineerden in onze gevangenissen, ruim 40%. De Marokkanen vormen de grootste groep (1.182), gevolgd door de Algerijnen (583), de Fransen (224), de Roemenen (210) en de Nederlanders (206). Het kan niet dat maar een fractie daarvan voor zijn straf terugkeert naar zijn land van herkomst. Mijn inziens is het opportuun om met hun landen prioritair bilaterale overbrengingsakkoorden te bewerkstelligen. In maart 2007 werd na een jaar van moeizame onderhandelingen een akkoord bereikt met de Marokkaanse regering om gevangenen terug te brengen naar hun thuisland. Maar het verdrag is nog steeds niet geratificeerd door het Marokkaanse parlement."

Sabien vernam verder van de minister dat er een ontwerp van overbrengingsverdrag werd overgemaakt aan Algerije (in maart 2008), Albanië (in februari 2010), de Verenigde Arabische Emiraten, Pakistan en de Filippijnen (alle drie in juni 2009).