Slechts één op vier treinreizigers reist via volledig toegankelijke stationsgebouwen


Onder toegankelijkheid van een stationsgebouw wordt bedoeld dat:
  • er minstens één toegang is tot de lokettenhal die vrij is van obstakels vanaf de openbare weg (geen drempels, een automatische deur, liften, enz.);

  • de toegang vanaf de stationshal naar het domein Infrabel (perrons) obstakelvrij is;

  • sanitair voor de personen met een handicap beschikbaar is, indien er ook sanitair voor de andere reizigers voorzien is;

  • er blindegeleidelijnen (tactiele tegels) liggen;

  • er voldoende parkeerplaatsen voor personen met een handicap zijn op de parkings.

"De minister verwijst in het antwoord ook naar het beheerscontract 2008-2012, waarin de NMBS-Holding zich verbindt tot een planmatige aanpassing van de stationsgebouwen opdat tegen eind 2012 52 stationsgebouwen toegankelijk zouden zijn voor personen met een beperkte mobiliteit (wat neerkomt op 60% van de opstappende reizigers) en tegen 2028 alle stationsgebouwen", aldus Sabien.

Perrons

Terwijl de NMBS-Holding bevoegd is voor de stationsgebouwen, is Infrabel dat voor de perrons. "In het beheerscontract met Infrabel wordt ook voorzien in een planmatige uitbreiding van de toegankelijkheid, in het bijzonder van de perrons. Tegen 2018 zouden 50 stations toegankelijk moeten worden via liften of oprijhellingen, zodat een netwerk ontstaat van toegankelijke stations binnen een straal van 30 km", zegt Sabien.

"Infrabel concentreert zich dus in eerste instantie op de uitbouw van een dergelijk netwerk, eerder dan rekening te houden met het statuut van het station. Dit neemt niet weg dat Infrabel elke opportuniteit te baat neemt om ook andere perrons toegankelijk te maken, bijvoorbeeld ter gelegenheid van perronwerken."