Hoorzittingen over wetsvoorstel dat meer keuzemogelijkheden inzake zaadcel- en eiceldonatie voorziet
“Als de donor extra informatie wil prijsgeven aan de ouders, of aan het donorkind -eens het 18 jaar is- de kans wil geven om contact te zoeken met de donor, dan moet dat kunnen. Het moet echter ook mogelijk blijven om voor anonieme spermadonatie te kiezen”, zegt Sabien, die het wetsvoorstel begin vorig jaar indiende met Jean-Jacques De Gucht, op dat moment senator.
Sub-
of infertiliteit treft momenteel 10% van de wereldbevolking. Het aantal
behandelingen in België op basis van kunstmatige inseminatie is tussen 2006 en
2010 met meer dan 30 procent gestegen. De verklaringen hiertoe zijn velerlei:
het aantal alleenstaande moeders en lesbische koppels met een kinderwens zit in
de lift, bij veel vrouwen zijn meerdere pogingen nodig voordat de behandeling
succesvol is en er zijn ook veel buitenlandse wensouders die een beroep doen op
de Belgische fertiliteitscentra.
“Er is dan ook een steeds toenemende vraag naar donoren, die nog versterkt
wordt door het feit dat wettelijk gezien per donor maximaal zes bevruchtingen
kunnen plaatsvinden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat uit cijfers van de
fertilititeitscentra in Gent, Brussel en Leuven blijkt dat er een groot tekort
aan spermadonoren is”, stelt Sabien.
In België zijn er echter KID-kinderen (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad)
die ijveren voor een verbod op anonieme spermadonatie. Ze claimen het recht van
elk kind om de identiteit van zijn of haar biologische vader te kennen en
stellen dat kinderen aan wie dit recht ontzegd wordt, met identiteitsproblemen
kunnen kampen. Ervaring in het buitenland leert echter dat een verbod op
anonieme donatie tot een gevoelige afname van het aantal donoren en dus een nog
groter tekort van donorzaad leidt.
“Verschillende belangen komen met andere woorden met elkaar in conflict”, zegt
Sabien. “Enerzijds is er de kinderwens van de wensouders die in het
gedrang komt als er niet voldoende donorzaad beschikbaar is. Anderzijds is er
het belang van het donorkind, dat er baat bij kan hebben om, op latere
leeftijd, informatie te verkrijgen over zijn of haar biologische vader. Een
meer flexibele wetgeving, die voorziet in meerdere types van donatie in plaats
van de huidige twee extremen is dan ook de oplossing.”
Concreet pleit Sabien enerzijds voor het behoud van de twee
huidige opties, namelijk kiezen voor een donor uit de familie of de
vriendenkring, en kiezen voor volledig anonieme donatie. Anderzijds wil
Sabien ook nieuwe keuzemogelijkheden inzake donatie invoeren. “Zodat
het mogelijk wordt dat wensouders toegang krijgen tot een aantal uiterlijke
en/of persoonlijkheids-kenmerken van de donor, zonder dat deze kunnen leiden
tot het achterhalen van diens identiteit. Of om ervoor te zorgen dat het
donorkind de mogelijkheid krijgt om, eens het de leeftijd van 18 bereikt heeft,
de donor te contacteren via het fertiliteitscentrum. Het is belangrijk om
daarbij te benadrukken dat zowel de wensouders als de donor in alle vrijheid
een keuze moeten kunnen maken tussen deze verschillende mogelijkheden. Volledig
anonieme donatie moet dus steeds mogelijk blijven”, verzekert Sabien.
De flexibiliteit die op deze manier wordt ingebouwd, zal er enerzijds voor
zorgen dat er voldoende donoren zijn en zal anderzijds meer donorkinderen de
kans geven om, als ze dat wensen, informatie over hun biologische vader te
verkrijgen.