Maandelijks geven 870 Belgen een zorgvolmacht


Door de wet van 17 maart 2013 ‘tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus, die strookt met de menselijke waardigheid' kreeg de buitengerechtelijke bescherming, waarbij iemand een volmacht treft buiten de rechtbank, een wettelijk kader. "Door het opstellen van een dergelijke ‘zorgvolmacht' kunnen veel problemen, en vaak ook familieruzies, worden verkomen. De behoefte om het beheer van het vermogen toe te vertrouwen aan een persoon naar keuze leeft duidelijk", zegt Sabien.

Gerechtelijke bescherming

Uit de statistieken van de FOD Justitie blijkt dat van de gerechtelijke bescherming jaarlijks ongeveer 10.000 keer wordt gebruikgemaakt, dus gemiddeld 833 keer per maand, ongeveer hetzelfde aantal als de buitengerechtelijke bescherming. Op dat vlak voorzag de wet in een aantal nieuwe accenten: niet alleen bewindvoering over de goederen, maar ook over de persoonlijke rechten van de beschermde persoon. Bekwaamheid is het uitgangspunt. De voorkeur gaat uit naar een familiale boven een professionele bewindvoerder. De rol van vertrouwenspersoon werd opgewaardeerd. Deze geldt als spreekbuis van de beschermde persoon én als toezichthouder op de bewindvoerder.

"De taak van familiale bewindvoerder mag niet onderschat worden en brengt heel wat administratie met zich mee. Velen haken dan ook af. Vandaar mijn voorstel om te werken met slechts één zichtrekening, waarvan de volledige outprint van de betreffende periode bij de beheerstaat (die de periode aangeeft, een stand van zaken van de rekeningen, de inkomsten en uitgaven van de periode en het resultaat, gestaafd door de rekeninguittreksels) wordt gevoegd."

Ook de tweejaarlijkse evaluatie door de vrederechters, zoals voorzien in de nieuwe wet, zal worden herzien. Ze wijzen erop dat dit zeer tijdrovend en duur is. De bevolkingsdiensten van de gemeenten vragen om duidelijker in de beschikking van de vrederechter aan te geven of iemand al dan niet zijn of haar politieke rechten (waaronder het stemrecht) nog kan uitoefenen.

In zijn antwoord op een parlementaire vraag van Sabien bevestigde minister Geens te werken aan een voorontwerp van wet om aan de knelpunten tegemoet te komen. Ook haar suggesties zullen worden bestudeerd.