Geradicaliseerden in gevangenissen: Sabien dringt aan op deradicaliseringsprogramma's
Van de 40 beschikbare plaatsen in de zogenaamde De-Radex-afdelingen zijn er dus momenteel 25 ingenomen. Het gaat om een groep gedetineerden die omwille van veiligheidsredenen niet meer in het gewone regime kunnen functioneren. Naast die specifieke De-Radex-afdelingen bestaan er ook nog satellietinstellingen waar geradicaliseerden terecht kunnen. Dan gaat het specifiek over gevangenissen die over personeel met meer kennis beschikken om met de geradicaliseerden om te gaan.
"Sinds het opstarten van de afdelingen Deradex werden er nog geen gedetineerden teruggeplaatst van deze specifieke afdelingen naar het gewone regime. Het directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen (DG EPI) is momenteel wel bezig met het uitwerken van een procedure en de criteria die voor de door- en uitstroom van deze gedetineerden uit deze specifieke afdelingen moeten zorgen. In de satellietinstelling te Brugge zitten momenteel 11 gedetineerden die door Celex, de cel binnen het DG EPI die de aanwezigheid van geradicaliseerde gedetineerden monitort, worden opgevolgd. 10 gedetineerden verblijven er in de satellietgevangenis te Gent, 15 in Sint-Gillis, 9 in Andenne en 10 in Lantin", leren beide Kamerleden uit het antwoord.
Metsu: "Ik blijf me zorgen maken om het besmettingsgevaar: 100 geradicaliseerde gedetineerden in het gewone regime, is enorm veel. We moeten voorkomen dat deze 100 gevangenen hun vaak beïnvloedbare medegevangenen ‘besmetten' met radicaal gedachtegoed."
Deradicaliseringsprogramma's
Naar aanleiding van haar bezoek aan de inrichting van Ittre drong Sabien in november vorig jaar al aan bij minister Geens om eindelijk werk te maken van een betere begeleiding en opvolging van geradicaliseerden.
"Hij stelde toen dat er op korte termijn werk zou worden gemaakt van een gemeenschappelijk draaiboek met alle initiatieven, die moeten worden genomen om aan het probleem van het extremisme en radicalisme het hoofd te bieden, in het bijzonder hoe de samenwerking tussen de federale en de Gemeenschapsdiensten kan worden geoptimaliseerd. Dat initiatief was geagendeerd op de interministeriële conferentie justitiehuizen van 5 december. De lancering van zijn actieplan, dat ook voorzag in een gespecialiseerde omkadering met het oog op een geïndividualiseerde aanpak en op de uitbouw van deradicaliserings- en disengagementprogramma's als cruciale pijlers, lag toen al anderhalf jaar achter ons. Het is dus de hoogste tijd....", zegt Sabien.
"Ook deze week geraakt de minister niet verder dan te stellen dat er structurele contacten en overlegmomenten bestaan tussen het DG EPI en de Gemeenschappen. De uitwerking van samenwerkingsafspraken en draaiboeken tussen de partners over de opvolging van geradicaliseerde gedetineerden tijdens de detentie heeft daarin een centrale plaats. Omdat alle betrokken actoren, in het bijzonder de diensten van de gevangenissen, de diensten van de Gemeenschappen en de islamconsulenten, volop invulling geven aan hun opdrachten ten aanzien van deze populatie, kunnen deze nog niet gefinaliseerd worden, maar de werken vorderen."
Intussen geraakte begin januari bekend dat een netwerk van experten tegen radicalisering en polarisering, Ufungu, naar buitenlands voorbeeld (bijvoorbeeld Duitsland) werkt aan een nieuw programma, dat de begeleiding van geradicaliseerden wegtrekt van het gevangenispersoneel. Bedoeling is om die therapeutische aanpak dit jaar klaar te hebben.
"Minister Geens bevestigde deze week dat tijdens de gespecialiseerde opleiding van directieleden en medewerkers van de psychosociale diensten van de gevangenissen met een Deradexafdeling, in dit geval deze te Hasselt, alsook in de Vlaamse satellietgevangenissen, de directeur van de Dossinkazerne als trekker van dit netwerkproject een opleidingsmodule heeft verzorgd met betrekking tot radicalisering en disengagement. In dat opzicht heeft dit netwerk dus bijgedragen tot de expertiseverwerving van het gevangeniswezen rond het fenomeen radicalisering. Het draaiboek waarvan hierboven sprake, richt zich echter tot de samenwerking tussen de drie vermelde actoren wat de concrete initiatieven ten aanzien van de gedetineerden betreft", vernam Sabien van de minister.
Islamconsulenten
In de gevangenissen zijn er momenteel 15 Nederlandstalige en 14 Franstalige islamconsulenten actief. Van het vastgelegde kader van 27 voltijdse equivalenten zijn er momenteel 22,7 voltijds werkzaam, inclusief 3 islamconsulenten die binnenkort in dienst treden. De moslimexecutieve heeft een versnelde procedure gelanceerd om de resterende 4,6 voltijds equivalenten aan te werven.
"Allereerst laat het aantal islamconsulenten te wensen over", stelt Metsu. "Maar dat is niet het enige probleem. Ik wil de bekwaamheid van de aangeworven islamconsulenten absoluut niet in twijfel trekken. Maar ik geloof wel dat zij efficiënter moeten worden ingezet."
Volgens minister Geens zijn islamconsulenten aanwezig om het recht van gedetineerden op godsdienstige, geestelijke of morele bijstand, te verzekeren. "Maar waarom de begeleiding van islamconsulenten niet verplichten voor geradicaliseerden en risicoprofielen in het gewone regime", vraagt Metsu zich af. "Enkel in de De-Radex-afdelingen krijgen geradicaliseerden specifieke begeleiding. Maar voor de gedetineerden in het gewone regime is het vrije keuze om zich te wenden tot een islamconsulent. Dat zou volgens mij verplicht moeten worden."