Sabien: "Meerjareninvesteringsplan NMBS/Infrabel focust op de reiziger."


"Gedaan met de faraonistische stations, maar wel een meer uniforme stationsinfrastructuur waarbij de reiziger centraal staat." Dat was één van de opvallende keuzes die voormalig minister Galant maakte in haar strategische visie voor de spoorwegen in 2015. Nu meer dan twee jaar later hebben de NMBS en Infrabel hun investeringsplannen voor de komende jaren afgewerkt.

"Goede infrastructuur voor de reiziger staat daarbij op onze vraag inderdaad centraal. Er worden behoorlijk wat middelen vrijgemaakt voor een betere toegankelijkheid van de perrons, verhogingen van perrons, een beter onthaal voor de reiziger in degelijke stations, nieuwe rijtuigen, betere verbindingen en tot slot veiligheid", reageert Sabien tevreden.

Dat was ook absoluut nodig. "Reizigers van een laag, onverhard perron op de trein laten klauteren, dat is niet meer van deze tijd. Het maakt de trein moeilijk toegankelijk voor ouderen, mensen met een beperking of ouders met een kinderwagen. Bovendien leidt het tot veel vertragingen", aldus Sabien.

Sabien bracht bij de minister ook haar voorstellen van de hotspots en treinpunten in herinnering. "In een station doe je meer dan een trein nemen. Het is goed dat de NMBS haar stations wil uitbouwen tot echte ‘hotspots', waar verschillende functies gecombineerd kunnen worden. Van een supermarktje waar je ook pakjes kan ontvangen tot een kinderopvang. Dat is iets waar we zelf ook voor hebben gepleit in onze resolutie over de ‘treinpunten'. Het potentieel van stations, ook de kleintjes waar nu geen loketten meer zijn, maximaal ontwikkelen. In samenwerking met private spelers en ten dienste van de reiziger. Daarnaast moeten we ook de mogelijkheid voorzien om treintickets te verkopen via alternatieve kanalen zoals treinpunten in kleine handelszaken. Dat kan van pas komen bij kleine stations die niet meer bemand zijn."